CESI Firefighters’ Day 2024
CESI (European Confederation of Independent Trade Unions) is het Europese verbond van 37 vakbonden, voornamelijk in de publieke sector, met in totaal meer dan 6 miljoen leden. De CESI-bijeenkomst was dan ook dé plek om vanuit CNV-perspectief een bijdrage te leveren over arbeidsvoorwaardelijke zaken en om bepaalde standpunten op de Europese kaart te zetten. Ploegchef Martijn Blok: ‘Wij gebruikten deze kans om de voor ons belangrijke uitdagingen uit te lichten en te praten over duurzame inzetbaarheid en erkenning van beroepsziekten. Het is een route die ook ondersteuning kan bieden bij bijvoorbeeld onderzoek van beroepsziekten. Zo kunnen vanuit de EU initiatieven ontstaan om onderzoek te doen, waarvoor mogelijk – en hopelijk – eerder subsidies of andere financiële middelen worden vrijgemaakt.’
Dezelfde uitdagingen
Hans Thijsebaard is een collega CNV-kaderlid van Martijn Blok en wachtcommandant van een brandweerkazerne in Rotterdam. Hij vertelt dat de uitdagingen van Nederlandse brandweerlieden in andere landen heel herkenbaar waren. Andersom waren de uitdagingen die de brandweerlieden uit Frankrijk, Duitsland en Griekenland uitlichtten ook herkenbaar voor de veiligheidsregio’s in Nederland. ‘Met name de duurzame inzetbaarheid omtrent gezondheid, zowel mentaal als fysiek, en de risico’s van het vak werden door elke delegatie herkend en erg onderstreept. Het is “mooi” dat we gelijk opgaan in de problematiek. Want dan kan je ook gelijk opgaan in de oplossing.’
‘We hebben continu vacatures openstaan’
Wachtcommandant Hans vertelt dat ze continu vacatures hebben openstaan en het tekort nog verder dreigt toe te nemen. ‘De generatie die na 2006 is aangenomen, mag maar 20 jaar operationeel aan de slag. Die kiezen op een gegeven moment ook een soort van eieren voor hun geld. Ze gaan met een tweede loopbaan aan de gang of vertrekken eerder dan gepland, omdat ze ergens anders aan de slag kunnen. Het verloop is nu groter. En als ik naar mijn eigen organisatie kijk, zijn we geregeld met een mannetje te kort en rijden we in plaats van met zes maar met vijf op de auto. Dat wil ik eigenlijk liever niet. En, als je doorredeneert doe je daarmee ook de burger tekort.’ Martijn haakt hierop in en vertelt dat bij zijn korps bepaalde dingen door het tekort aan brandweerlieden niet meer kunnen: ‘Die rode auto moet gevuld worden. Maar dingen als overleggen en keuringen, die eigenlijk ook onderdeel zijn van je werkzaamheden en moeten gebeuren, moeten we dan bijvoorbeeld op onze vrije dag doen. Die uren kun je wel op je verlofkaart schrijven om later op te nemen, maar dat kan vervolgens niet door het tekort.’ Zijn collega Hans vult aan: ‘Ja, zo zijn er meer dingen die onderdeel van je werk moeten zijn en meerdere taken die je gewoon hebt, waarvoor steeds minder ruimte is.’
‘Hoe blijf je nou als brandweer aantrekkelijk?’
Martijn legt uit dat de uitdaging bij het personeelstekort is om het vak aantrekkelijk te maken en houden: ‘Ook dit benoemden we als uitdaging in Nederland, omdat we hier in Nederland overal tekort aan personeel beginnen te krijgen. We vroegen er ook nog een keer aandacht voor toen we die 11 punten uit het manifest doornamen. Het is gewoon moeilijk om aan personeel te komen. Ik vind het ook een lastige vraag om te beantwoorden, want hoe blijf je nou aantrekkelijk? Je hebt kans op beroepsziekten. Je mag maximaal 20 jaar in de operationele dienst werken. En er is onduidelijkheid over de mogelijkheden en faciliteiten om je persoonlijk te ontwikkelen en voor te bereiden op een tweede loopbaan. Er staan daarom helaas niet meer een paar 100 mannen en vrouwen aan de poort te rammelen om bij de brandweer te komen werken. En dan is de volgende uitdaging: Hoe behoud je personeel? Wat doet het als mensen zich in werktijd kunnen scholen, zodat men zich kan ontwikkelen naar een andere functie binnen de organisatie of daarbuiten? Het beroep vraagt natuurlijk ook best wel wat van je. En als je makkelijker je geld kan verdienen zonder je daarvan fysiek of mentaal allerlei problemen kan krijgen, dan is dat toch ook wel aantrekkelijk.’
Europees 11-puntenmanifest voor betere arbeidsomstandigheden
De vraag over hoe je zorgt voor voldoende brandweerpersoneel speelt ook bij de korpsen in andere landen. Vandaar ook het manifest dat de delegaties samen opstelden, met daarin elf punten om op Europees niveau de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Martijn: ‘Tijdens de CESI-bijeenkomst werd een ambtenaar van de Europese Unie - Deputy-Director General Hans Das van European Civil Protection and Humanitarian Aid Operations Directorate (DG ECHO) - geïnformeerd over deze elf punten.’ Dat er werk wordt gemaakt van de elf punten is van groot belang. Brandweerlieden spelen een cruciale rol bij het waarborgen van de openbare veiligheid en het beschermen van gemeenschappen tegen verschillende noodsituaties. Onderbezetting bij de brandweer in de EU is een bijzonder probleem dat in veel lidstaten alarmerende niveaus heeft bereikt en dat bijdraagt aan uitdagende arbeidsomstandigheden. In het manifest staan onder meer deze vijf belangrijke eisen gericht op de aanpak van beroepserkenning, arbeidsomstandigheden en personeelstekorten:
- Brandweerlieden moeten profiteren van een hogere maatschappelijke erkenning: ze riskeren hun leven om anderen te redden.
- De arbeidsomstandigheden van brandweerlieden moeten een afspiegeling zijn van hun belang. Adequate lonen, redelijke werktijden , up-to-date beschermings- en ontsmettingsapparatuur en de hoogste veiligheidsnormen maken hun werk veiliger en efficiënter.
- Brandweer- en hulpdiensten moeten goed bemand zijn. Personeelstekorten brengen het functioneren van de brandbestrijding in gevaar en brengen mens en milieu onnodig in gevaar.
- De toegang en faciliteiten tot opleiding op de werkplek en extra flexibiliteit voor het veranderen van functies binnen de sector moeten worden gegarandeerd.
- Regelingen voor het behoud en aantrekken van banen moeten worden verbeterd om meer nieuw personeel aan te werven en het behoud van aangenomen personeel te verbeteren.
‘Er moet dataonderzoek komen naar beroepsziekten’
Erkenning voor beroepsziekten is een belangrijk euvel voor brandweerlieden. Hans: ‘Wil je kunnen analyseren wat nou inderdaad beroepsgerelateerde ziekten zijn, dan moet er dataonderzoek worden gedaan. Dat wordt in Nederland nog niet goed gedaan. In veel andere landen zijn ze er ook nog niet veel verder mee. Wat ik wel meegenomen heb van de CESI-bijeenkomst is dat de Europese Unie ondersteunend kan werken in het meehelpen bij het doen van onderzoek. Met dit gegeven kunnen wij in Nederland als bond aan de slag. Zodat je niet zonder data hoeft te roepen dat er bovengemiddeld veel brandweermensen ziek zijn en bijvoorbeeld kanker of PTSS hebben door hun beroep. Zonder data blijft het een aanname en gevoel. Er moet dataonderzoek komen naar beroepsziekten.’
Zowel Hans als Martijn kijken uit naar een toekomstig vervolg van deze Europese bijeenkomst. Hans: ‘We vinden het heel belangrijk om iets te doen met het zaadje, dat we nu in de grond gestopt hebben.'