‘Op een doorsnee werkdag deel ik mijn kamer met tien collega’s. Nu zit ik samen met een andere collega. Zo zorgen we ervoor dat we toch bemenst blijven. Dat is belangrijk. De grote stroom passagiers is weliswaar opgedroogd, maar het druppelt nog steeds door. We zien nu veel repatrianten, Nederlanders die terugkomen uit het buitenland, bijvoorbeeld van vakantie. Vaak lopen ze met mondkapjes op, en dragen handschoentjes.’ Hij is de vraagbaak en ondersteunt collega’s die de bagage controleren. Als zij spullen tegenkomen die vragen oproepen, schakelen ze hem in. Hazebroek: ‘Ik weet veel van verboden goederen: van wapens, munitie en medicijnen tot bedreigde flora en fauna. Nu het rustiger is, houd ik mijn vakkennis op peil. Vandaag verdiep ik me bijvoorbeeld in exotische dier- en plantensoorten. Zo besteed ik ook de verloren momenten nuttig.’
Desinfecterende gel
‘Hoe de stemming nu is op Schiphol? Veel reizigers wachten gelaten op hun koffers en gaan zo snel mogelijk weg. De mensen die op de luchthaven werken – beveiligers, marechaussees – doen ondanks alles gewoon hun werk. Wij douaniers ook. Iedereen hoort hoe het virus om zich heen grijpt, en is zich bewust van de risico’s. We zorgen voor onszelf, en nemen de veiligheidsvoorschriften in acht. Zelf houd ik voldoende afstand tot collega’s en reizigers. En ik was vaak m’n handen. Overal staat handzeep en desinfecterende alcoholgel.’
Ziekenhuizen helpen
Hazebroek is blij dat hij nog steeds iets kan betekenen voor de Douane. ‘En als er straks geen reizigers meer aankomen, zou ik me graag blijven inspannen voor de gemeenschap. Wellicht kunnen we worden ingezet binnen andere douaneregio’s. Ook zouden we bijvoorbeeld ziekenhuizen of zorginstellingen kunnen helpen. Schoonmaken, afwassen. Ik zou het allemaal prima vinden. Al weet ik natuurlijk niet of dat makkelijk valt te organiseren.’