We vatten het akkoord nog even samen.
Loon
In het onderhandelingsakkoord staat dat de loonsverhoging volgens de WML-LPO-systematiek blijft gehandhaafd. Dat vraagt om een korte uitleg. Bij de berekening van het loon in de sociale werkvoorziening zijn twee zaken van belang. De loon – prijsontwikkeling (LPO) en de stijging van het wettelijk minimumloon (WML). Het WML wordt twee keer per jaar, op 1 januari en op 1 juli aangepast. Verdien jij het minimumloon? Dan krijg je in juli 2020 en januari 2021 de wettelijke verhoging van het WML. We weten inmiddels het percentage per 1 juli 2020. Dat is 1,6%.
Verdien je meer dan het wettelijk minimumloon? Dan krijg je in juli ook de loonsverhoging volgens de WML. Maar in januari 2021, gaat jouw loon, op grond van de LPO, structureel nog verder omhoog. Die verhoging wordt als volgt berekend: de stijging als gevolg van de prijsontwikkeling, minus de stijging van het WML die je in juli 2020 al hebt gehad. Ook dat percentage kennen we intussen. De LPO bedraagt 3,2%. De loonsverhoging per 1 januari 2021 wordt dus: 3,2% - 1,6% = 1,6% extra. (Let op! Dit percentage is nog onder voorbehoud omdat er in het najaar nog een correctie kan komen op de LPO).
Koffiegeld
Daarnaast is in het onderhandelingsakkoord geregeld dat werknemers vanaf 1 juli 2020 geen koffie- en theegeld meer hoeven te betalen. Dit was op sommige locaties namelijk nog het geval.
Overige afspraken
Er loopt op dit moment een onderzoek naar de betaalbaarheid van het eerder stoppen met werken door SW-ers. Dit onderzoek moet in september klaar zijn. We hopen dan met de VNG en de werkgevers de afspraak te kunnen maken dat SW-ers 2 of 3 jaar voor hun AOW-gerechtigde leeftijd kunnen stoppen.
Ook komt er een gezamenlijke actie van werkgevers en bonden richting de overheid om de heffing van de premie Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) voor SW-ers af te schaffen. Dit omdat de SW-doelgroep vrijwel nooit een beroep op de WGA doet.
Tot slot zijn er enkele technische wijzigingen in de cao-tekst.