CNV Jongeren: politiek laat stagiairs in de kou staan

De politiek laat stagiairs flink in de kou staan. Door tegen een stagevergoeding te stemmen, blijven veel stagiairs in de financiële problemen zitten. Dit is de reactie van CNV Jongeren op de stemming in de Tweede Kamer van zojuist. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde tegen wettelijke maatregelen voor stagevergoedingen.

'Deze generatie jongeren kampt met een hoge inflatie en kan de boodschappen nauwelijks betalen. Tegelijkertijd maken bedrijven hoge winsten en is er een enorme personeelskrapte. Veel stagiairs leveren een essentiële bijdrage én de nieuwste kennis aan binnen bedrijven. Een verplichte stagevergoeding is daarom noodzakelijk zodat jongeren rond kunnen komen en een fatsoenlijke bijdrage krijgen voor het werk dat ze leveren,’ stelt Casper Cornelisse, voorzitter van CNV Jongeren.

Nauwelijks rondkomen

1 op de 3 stagiairs kan nauwelijks rondkomen, blijkt uit recent CNV-onderzoek. 42% van de stagiairs kreeg taken die alleen een volwaardig werknemer zou moeten doen. ‘Ook om die reden is een wettelijke stagevergoeding noodzakelijk. Stagiairs worden nu vaak ingezet als onbetaalde, maar volwaardige kracht.’

Stagevergoeding in steeds meer cao's

CNV zet de strijd voor een stagevergoeding voort aan de cao-tafels. Cornelisse: ‘In steeds meer cao’s maken we goede afspraken voor een vergoeding van 500 euro per maand voor een fulltime stage. Inmiddels stijgt het aantal cao’s met daarin een stagevergoeding naar 17%, blijkt uit recent onderzoek van het ministerie. We gaan door met onze strijd maar roepen de politiek ook om met een wettelijke verplichte vergoeding te komen.’

Lichtpuntje

De stemming had wel één lichtpuntje: een meerderheid van de Kamer heeft ingestemd met een verkenning naar een publiek-privaat stagefonds. Cornelisse: 'Dit was een van de beleidsvoorstellen waar we met CNV Jongeren in ons Stagemanifest voor hebben gepleit. In andere landen is het heel normaal dat grote werkgevers zo betaalde stageplekken voor mkb'ers financieren. Hopelijk wordt dit zo in Nederland ook de norm.'