Vanochtend maakte Philips bekend dat de organisatie in Nederland voortaan volgens een nieuw operating model gaat werken. In het kort komt het erop neer dat er 6 businessunits komen waarbij er een integrale verantwoordelijkheid ligt bij de betreffende business in een end-to end constructie. Dus van ontwerp tot verkoop. Daarbij schroeft het tech-bedrijf het aantal functies met 1.100 terug en zullen 3.000 van de overgebleven functies te maken krijgen met een verschuiving. Door de investeringen in research en development te verlagen, hoopt het bedrijf bovendien meer focus te creëren. Dus minder ontwikkelen en meer focus op kansrijke producten.
Dweilen met de kraan open
‘Het is dus weer een nieuw model dat Philips uitkomst moet bieden’, verzucht Arjan Huizinga. Hij wijst erop dat vorige grote ingrepen, zoals het afstoten van de productie van veel consumentenelektronica niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Verkoop van andere producten hebben geleid tot successtory’s zoals ASML en NXP. ‘De laatste 5 ceo’s begonnen hun aanstelling met het aankondigen van grote veranderingen en een kaalslag onder het personeel. Het lijkt wel dweilen met de kraan open.’
Bied achterblijvers 5 jaar zekerheid op werk
Om die kraan weer dicht te draaien vindt Huizinga dat Philips de achterblijvers een werkgelegenheidsgarantie moet bieden. ‘Als je er zoveel vertrouwen in hebt dat een nieuw businessmodel waarmee 1.100 banen verloren gaan je er weer bovenop helpt, mag je de mensen die achterblijven best wat zekerheid geven. Als CNV Vakmensen pleiten we dan ook voor een werkgelegenheidsgarantie van 5 jaar. Dat kan een hoop ellende in de toekomst schelen.’
Philips moet ruimhartig zijn met de vrijwilligvertrek- en plaatsmakers-regeling
Philips wil de nieuwe organisatie vanaf april 2023 live hebben, maar de verdere vorming kan tot halverwege 2024 doorlopen. Ook daar heeft CNV-bestuurder Huizinga moeite mee. ‘Dat betekent dat mensen meer dan een jaar lang in onzekerheid kunnen zitten. Dat is veel te lang.’ Wat hem betreft gaat Philips in de deze reorganisatie dan ook ruimhartig om met de vrijwilligvertrek-regeling en de plaatsmakersregeling uit het doorlopende sociaal plan. ‘Dat is in ieder geval een manier om wat zekerheid te creëren.’
Zet dividenduitkering een of twee jaar stop
Huizinga verwijt het Philips dat het de rekening van de zoveelste tegenvaller wéér bij de werknemers neerlegt. ‘Elke keer is een kaalslag onder de medewerkers onderdeel van de oplossing om het bedrijf verder te helpen. Maar het zijn juist deze mensen die er alles aan doen om van Philips een fantastisch bedrijf te maken. Het zou veel wenselijker zijn om de dividenduitkering aan aandeelhouders voor een of twee jaar stop te zetten. Zij onttrekken veel geld dat Philips goed kan gebruiken uit de onderneming om er zelf beter van te worden. Dat mag in moeilijke tijden best wat minder.’
Maar niet alleen aandeelhouders kosten het bedrijf veel geld, constateert Huizinga. ‘Wat is eigenlijk de bijdrage van de topbestuurders in deze reorganisatie?’, vraagt hij zich hardop af. ‘Hoeveel leveren zij eigenlijk in?’