Gerechtigheid voor uitzendkrachten: ruim 2.300.000 euro aan nabetalingen

Uitzendkrachten die bij het CNV aankloppen voor hulp hebben in de afgelopen drie jaar voor ruim 2.300.000 euro (bruto) aan nabetalingen ontvangen. Daarmee is slechts een fractie van de problemen boven water, vreest de bond. Het CNV-team dat misstanden opspoort is daarom onlangs uitgebreid.

“Uitzendkrachten realiseren zich vaak niet goed welke rechten ze hebben. Als ze twijfels hebben of de uitbetaling klopt, moeten ze zich vooral bij ons melden”, zegt Henry Stroek van CNV Vakmensen. “Wat ik heel schrijnend vind, is dat uitzendkrachten – terecht – bang zijn om voor hun rechten op te komen. Als ze hun rechten claimen is vaak daar het gat van de deur. Gelukkig kunnen we loonvorderingen tot vijf jaar na dato indienen. Het is heel belangrijk dat uitzendkrachten alles goed bijhouden en bewaren. Dat maakt de controle een stuk eenvoudiger.”

Misstanden

In maart 2018 startte de bond met het project Bestrijding Misbruik Uitzendconstructies. In de bijna drie jaar dat het project loopt, stuitte het CNV-team op de ene na de andere misstand, zegt Stroek. “Uitzendkrachten krijgen vaak niet het salaris of de toeslagen waar ze recht op hebben. Dat kunnen we dan duidelijk aantonen aan de hand van contracten, loonstrookjes, printscreens uit registratiesystemen en urenstaten. Het gebeurt ook vaak dat uitzendkrachten onterecht geen transitievergoeding krijgen.”  

In 2020 heeft het CNV-team meer dan 200 uitzendkrachten geholpen. “Als er zaken niet kloppen, gaan we vorderen”, zegt Stroek. “Vorig jaar lag de gemiddelde nabetaling voor een uitzendkracht op bijna 4.800 euro bruto. Er zat een uitschieter bij van maar liefst 28.500 euro. Dat is flink wat geld voor mensen die niet het allerbeste salaris hebben. De looncontrole levert daarnaast ook op dat de uitzendkrachten vanaf dat moment wèl het juiste en hogere loon ontvangen.”

Veel kaf tussen het koren

Bij analyse van de cijfers deed het CNV-team een onthutsende constatering: bij verreweg de meeste kwesties (86%) blijkt dat de uitzendbureaus zijn aangesloten bij een van de grote uitzendkoepels (de ABU of de NBBU) en ook in het bezit zijn van een NEN-certificaat. “Dat bevestigt helaas ons beeld dat er veel kaf tussen het koren zit. En dat aansluiting bij de ABU of NBBU en het bezit van een NEN-certificaat weinig garantie bieden dat de zaken goed gaan. Des te meer reden voor uitzendkrachten om alert te zijn en bij twijfel ons te vragen om een looncontrole te doen”, aldus Stroek.

CNV Vakmensen doet een dringend beroep op de ABU en NBBU om de aangesloten uitzendbureaus strenger aan te pakken. “Dit is ook slecht voor het imago van ABU en NBBU en de goedwillende uitzenders. Uitzendbureaus die moedwillig onderbetalen moeten wat ons betreft zonder pardon uit de koepel worden gezet. Dat geldt ook voor de Stichting Normering Arbeid, waar de ABU en NBBU een belangrijke bestuurlijke rol hebben. Dit soort signalen kunnen onmogelijk zonder gevolgen blijven.”

Gelijk loon voor gelijk werk nog ver weg

Een van de belangrijkste conclusies van het CNV-team is dat uitzendkrachten stelselmatig verkeerd worden ingedeeld en soms zelfs niet in de juiste functieschaal. Dat heeft grote gevolgen voor het salaris. Stroek: “Helaas is gelijk loon voor gelijk werk en gelijke rechtspositie in de praktijk nog ver weg. Dit moet echt veranderen. Het is totaal in strijd met de Uitzendrichtlijn in de Europese wetgeving. We hebben het weleens over de loonkloof tussen mannen en vrouwen, maar de loonkloof tussen vaste krachten en verkeerd ingedeelde uitzendkrachten is vele malen groter.”

Een paar voorbeelden

  • Een uitzendkracht in de glastuinbouw was in een verkeerde functie ingedeeld en kreeg geen toeslagen voor nachtwerk (door de inlener werd bewust de klok gemanipuleerd). Uiteindelijk heeft hij een nabetaling gekregen van zo’n 22.000 euro.
  • Een uitzendkracht in de zoetwarensector was in een verkeerde functie ingedeeld (veel te laag) en had geen tredes in het loongebouw toegekend gekregen. Uiteindelijk heeft hij een netto nabetaling gekregen van 7.000 euro.
  • Een uitzendkracht in de jeugdzorg kreeg niet de juiste doorbetaling bij ziekte. Dit leverde een nabetaling op van 3.500 euro.