Onrust in speciaal onderwijs
Minister Wiersma zet op papier op volle kracht in op inclusief onderwijs waarbij alle kinderen zoveel mogelijk samen les krijgen. Ondertussen bouwt hij in de realiteit - nog lang voordat het zover is- al een groot deel van de gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen af. Dat leidt in de praktijk tot onrust, bij onderwijspersoneel maar ook bij ouders, want juist de veilige setting van het speciaal onderwijs kan kinderen tot leren brengen. Leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben vallen nu in het reguliere onderwijs veel vaker uit dan andere leerlingen. Dàt het speciaal onderwijs nodig blijft, blijkt wel uit de fors toegenomen instroom in het speciaal onderwijs. Bovendien blijft het aantal leerlingen dat vanuit het speciaal onderwijs naar het regulier onderwijs stroomt ook dalen. De bonden merken dat hun leden direct meer uitval en meer werkdruk ervaren bij de afbouw van het speciaal onderwijs terwijl de behoefte juist stijgt.
Houtje-touwtje beleid
Woestenberg: “Het onderwijsbeleid van dit kabinet is ook op andere fronten inconsistent. Bij de vorige week aangekondigde subsidieregeling voor basisvaardigheden zien we dat er niet genoeg geld is voor álle scholen, waardoor er vele achter het net gaan vissen. Door het aflopen van de NPO-gelden voor corona achterstanden, moeten scholen klassenassistenten en pedagogisch medewerkers ontslaan die hard nodig zijn voor het opkrikken van de basisvaardigheden en voor het mogelijk maken van passend onderwijs. Zolang de basis niet op orde is, denk aan voldoende personeel en ondersteuning, kleinere klassen en toegankelijke schoolgebouwen, gaat ook passend en inclusiever onderwijs niet van de grond komen en blijft de kwaliteit van het onderwijs teruglopen.”