Onderwerp van onenigheid met de werkgevers is nog steeds de nieuw te vormen cao en vooral de loonsverhoging daarin. Al jaren lopen de ongeveer 1.200 OWASE-medewerkers qua loon achter de inflatie aan. Ook dit jaar bieden de werkgevers minder dan de inflatie. Alleen proberen ze dat volgens CNV Vakmensen-onderhandelaar Gerard van Dijk fraai te verkopen: ‘Wat ze bieden komt uit op gemiddeld 10% voor 2 jaar, zo verkondigen ze. Dat klinkt mooi, maar dat is dus gemiddeld en geldt niet voor iedereen. Bovendien is het voor 2 jaar. De inflatie in 2022 alleen al was meer dan 10%. En die van 2023 komt daar nog bij. Kortom, medewerkers lopen voor het zoveelste jaar op rij achter de inflatie aan. Dat zijn ze zat.’
Ze zijn allemaal boos, dat zegt iets
De onvrede blijkt wel uit het aantal medewerkers dat zich sinds de eerste stakingsdag in december bij CNV Vakmensen aansloot. ‘Ik tel zeker meer dan 50 nieuwe leden die zich bij ons hebben ingeschreven’, zegt Van Dijk. ‘In totaal komen we samen met FNV nu tot een organisatiegraad van 50%. En al die mensen zijn boos. Dat zegt wel iets over hoe hun werkgevers zich opstellen.’
Schaamteloze brieven maken het niet beter
Tot overmaat van ramp blijft OWASE trucs uithalen om stakers uit te spelen. Eerst stuurden ze alle medewerkers een brief waarin ze dreigden hun loonbod te verlágen als ze niet snel akkoord zouden gaan. Dat leidde vorige week donderdag al tot de protestmars Walk of Shame, zo genoemd omdat medewerkers het een schaamteloze optelling vonden.
Daarna presteerden de werkgevers het een brief te sturen die nóg meer kwaad bloed zette. Ron Vos van FNV Procesindustrie daarover: ‘Het is om droevig van te worden. Ze roepen de medewerkers op het cao-proces achter zich te laten en door te gaan met waar ze goed in zijn. En ze spreken hun waardering uit voor alles wat de medewerkers doen. Maar ondertussen gaan ze voorbij aan het feit dat ze zelf geen fatsoenlijke afspraken willen maken om die waardering ook tot uiting te brengen. En iedereen weet: van waardering alleen kun je geen rekeningen betalen.’