De zaak draait om zes uitzendkrachten, die als buschauffeur in dienst waren van Workbus, in het gebied Arnhem-Nijmegen. Vorig jaar september raakten ze hun baan kwijt. Ze stonden toen slechts een half jaar op de loonlijst van Workbus, dus dacht het uitzendbureau er makkelijk van af te komen, met een kleine transitievergoeding van enkele honderden euro’s.
Eerdere dienstjaren tellen mee
“Daar dachten wij heel anders over”, zegt Stroek. “De buschauffeurs deden datzelfde werk namelijk al veel langer, sommigen zelfs al sinds 2009, voor verschillende opeenvolgende uitzendbureaus én onderaannemers van Connexxion. Bij de berekening van de transitievergoeding moesten die dienstjaren meetellen, vonden wij. Daarom zijn we een rechtszaak gestart. Oók om voor eens en altijd aan de uitzendbranche duidelijk te maken hoe het zou moeten.”
Chauffeurs krijgen gelijk
De rechtbank van Noord-Holland heeft de chauffeurs nu gelijk gegeven. Ze hebben recht op een veel hogere transitievergoeding. De bruto-bedragen variëren tussen 8.398 en 11.111 euro (in totaal 58.781 euro bruto).
Eerder faillissement niet van belang
Interessant is dat het niet uitmaakt dat Workbus de chauffeurs in maart 2020 heeft overgenomen van het failliete vervoersbedrijf TCR (onderaannemer van Connexxion). In de beschikking schrijft de rechtbank:
“Volgens de wet moet rekening gehouden worden met de diensttijd bij vorige werkgevers, omdat de buschauffeurs bij die werkgevers dezelfde werkzaamheden hebben verricht. Dat Workbus de buschauffeurs heeft overgenomen van een failliete werkgever, maakt niet uit.”
Opsteker
Volgens Stroek is de uitspraak een opsteker voor uitzendkrachten in Nederland. “Vaak weten ze bij ontslag niet precies hoe het zit en waar ze recht op hebben. Tegen hen zeg ik: laat je niks wijsmaken en vraag ons om hulp.”
Verantwoordelijkheid overheid
Tegelijkertijd zit er ook een signaal in naar de overheid, als verantwoordelijke aanbesteder van vervoersconcessies. Stroek: “Het moet allemaal zo goedkoop mogelijk. Het is natuurlijk van de zotte hoe dit in de praktijk gaat, dat chauffeurs al jaren rondrijden, van de ene flexconstructie naar de andere. Dit zou gewoon vast werk in dienst van de vervoersmaatschappij moeten zijn.”