bouw spreekuur

Vakbonden beraden zich op passende acties in de bouw

CNV: ‘Opstelling werkgevers tijdens cao-overleg is klap in het gezicht’

De onderhandelingen over een nieuwe cao Bouw en Infra die op 1 januari moet ingaan zitten muurvast. Vakbond CNV vindt de opstelling van de werkgevers een klap in het gezicht van de ongeveer 120.000 medewerkers en heeft zich, net als FNV, teruggetrokken uit het overleg. ‘We hebben mandaat van onze leden gekregen om ons te beraden op passende acties’, zegt Gijs Lokhorst van CNV. Wat die acties precies zullen zijn, kan hij nog niet zeggen.

‘Onder de werkgevers is onrust is ontstaan over de invoering van een nieuw functie- en loongebouw waar we 14 jaar samen aan gewerkt hebben’, vervolgt de CNV-onderhandelaar. ‘Werkgevers zijn bang dat het te duur wordt. Om die zorgen weg te nemen en om onderhandelingsruimte te creëren hebben we als bonden aangegeven bereid te zijn voorlopig af te zien van invoering. Daar waren de werkgevers heel blij mee. Maar ze weigeren er iets voor terug te doen en die klap komt hard aan.’

Geen koopkrachtverbetering

Als het gaat om loonsverhoging bijvoorbeeld, wil CNV wil een cao voor één jaar met daarin 6% loonsverhoging vanaf 1 januari. De werkgevers houden echter vast aan een tweejarige cao met in totaal 7% verhoging. ‘Dat is volstrekt onvoldoende’, vindt Lokhorst. ‘Dat betekent namelijk dat de medewerkers twee jaar lang geen koopkrachtverbetering krijgen. Het is zelfs maar de vraag of het de inflatie dekt.’ Het zit Lokhorst bovendien dwars dat UTA-medewerkers nog steeds op achterstand staan ten opzichte van hun collega’s op de bouwplaats als het gaat om vergoedingen voor reistijd en overwerk. ‘Ook hier willen de werkgevers helemaal niets aan doen.’

Aantrekkelijk blijven als sector

De CNV-bestuurder wijst op het belang van fatsoenlijke beloning voor de sector zelf: ‘Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt, ook de bouw heeft daar veel last van. Dan is het belangrijk om als sector aantrekkelijk te blijven voor werknemers, zeker ten opzichte van concurrerende branches. Met een fatsoenlijk loon doe je dat. Blijkbaar zien de werkgevers dat anders.’

Doorbetaling bij ziekte

De werkgevers willen bovendien de loondoorbetaling bij ziekte aanpassen. In plaats van een heel jaar 100% door te betalen, willen ze terug naar een half jaar. Het tweede half jaar wordt dan 90%, het derde half jaar 80% en het vierde half jaar 70%. ‘Voor ons is dit absoluut geen optie’, zegt Lokhorst. ‘Een inkomensdaling naar 90% raakt mensen die door ernstige ziekte langer dan 6 maanden arbeidsongeschikt zijn.’

Niets meer om over te praten

Een van de weinige onderwerp waar de onderhandelingspartners wel uit lijken te komen is het oppakken van suïcidepreventie. Maar Lokhorst constateert dat de werkgevers voor de rest nauwelijks bereid zijn enige verbetering door te voeren. Zo willen ze de wachtdagen bij ziekte niet afschaffen, weigeren ze de geldende reisurenregeling voor bouwplaatswerknemers te verbeteren en willen ze uitzendkrachten niet tegemoetkomen op het gebied van duurzame inzetbaarheid.
‘Dan blijft er weinig over om over door te praten’, constateert Lokhorst. ‘Onze cao-commissie waarin kaderleden zitten is duidelijk; dat hoeft wat hen betreft ook even niet. Zij willen dat we de werkgevers nu met acties in beweging krijgen.’