De staking volgt op de vastgelopen onderhandelingen over een nieuwe cao voor de distributiemedewerkers. ‘Albert Heijn meent met 6,6% loonsverhoging voor 1 jaar een degelijk loonbod te hebben neergelegd’, zegt Faez. ‘Maar dat is veel te weinig. Bovendien moet het personeel daarvoor nog verslechteringen slikken ook, zoals in de toeslagenmatrix. De inflatie van vorig jaar kwam uit op 10,6%. Medewerkers kregen er in 2022 maar 2,75% bij. Daar komt bij dat AH gewoon heel goed draait. Daarom eisen we nu een loonsverhoging met minimaal twee cijfers voor de komma. Én we eisen dat alle verslechteringen van tafel gaan.’
Aftrap parttimers tekenend voor de eenheid
Het feit dat uitgerekend de parttimers de staking aftrapten, is volgens de CNV-bestuurder tekenend voor de stemming onder alle medewerkers. ‘In het verleden gebruikte Albert Heijn de parttimers juist om het werk van stakende fulltimers op te vangen. Ze werden ervan beticht stakingen te breken. Dat zij juist nu als eerste het werk neerleggen, laat zien dat de eenheid en solidariteit onder het personeel groot is.’
Dc-medewerker moet zelf ook boodschappen kunnen blijven doen
Uiteraard is staken nooit het doel van CNV Vakmensen, benadrukt Faez. Ze betreurt het dat consumenten daar last van kunnen ondervinden, omdat de stakingen op termijn leiden tot lege schappen in de AH-filialen. ‘Ik hoop daarom op een beetje begrip voor de situatie van deze hardwerkende dc-medewerkers. Zij willen immers zelf ook graag hun boodschappen kunnen blijven betalen.’
Faez snapt ook dat mensen bang zijn dat de prijzen in de supermarkt straks wellicht nog verder stijgen als de mensen die er werken meer loon krijgen. ‘Maar dat gebeurt ook zonder dat zij meer verdienen. Kijk maar naar afgelopen jaar. De prijsstijgingen bedroegen soms meer dan 10%, maar de medewerkers merkten daar nauwelijks iets van. Zij kregen er maar 2,75% bij.’
