Hoe draag jij in coronatijd bij aan het draaiende houden van de maatschappij?
‘Wij blijven klaar staan voor mensen die ons nodig hebben. We houden ons daarbij aan allerlei maatregelen, zoals gescheiden houden van ploegen, materieel continu desinfecteren en het dragen van beschermende middelen. Als een melding covid-verdacht is, krijgen we dat door van de meldkamer. Maar vaak weten we het niet. Gisteren was er een brand in een verzorgingshuis. Tijdens het blussen zijn we natuurlijk goed beschermd in ons pak, maar als je daarna nog even het huis in loopt om met bewoners te praten, hebben we een mondkapje op en houden we afstand.’
Wat maakt jouw werk mooi en belangrijk?
‘We doen er toe! Wij zijn er voor iedereen die ons nodig heeft. Dat varieert van de kat in de boom tot het openen van een voordeur, van zware auto-ongevallen tot felle branden. Geen dag is hetzelfde. Ik weet ’s ochtends nooit hoe mijn dag eruit gaat zien. Gelukkig is het niet elke dag ellende hoor, anders hield ik het niet al dertig jaar vol. Er zijn ook veel mooie, dankbare momenten. Hoe blij iemand kan zijn als zijn kat weer veilig op de grond staat!’
Waarom verdient de publieke sector meer?
‘Ik vind discussies over beloning in de publieke sector lastig. De zorg verdient absoluut een bonus, maar de mensen die de zorg ondersteunen, die hele keten, eigenlijk ook. Wij zorgen er bijvoorbeeld ook voor dat iemand uit een huis in de ambulance terecht komt. Maar ik zou al heel blij zijn als iedereen in Nederland zich aan de coronamaatregelen houdt en zichzelf de vraag stelt: “Wat kan ik zelf doen?” Toon eens wat meer respect aan de publieke sector en de hulpverleners. Dat verdienen wij! Wij steken wel onze nek uit. Ik vind ook dat mensen in het algemeen meer naar elkaar moeten omkijken en rekening met elkaar moeten houden. Dat verdienen we allemaal.’
