De overheid kan en moet digitaal slimmer werken. We moeten meer met data. We hebben meer mensen nodig die de digitale wereld kennen. Tenminste, dat zou je haast gaan geloven als je de media en vakbladen doorbladert. Al snel wordt een volgende conclusie getrokken: de (semi-) publieke sector heeft daar vooral andere en nieuwe mensen bij nodig. Implicerend dat de juiste mensen nog niet aan boord zijn. Maar is dat wel zo? Is het terecht dat de gemiddelde zittende ambtenaar gediskwalificeerd wordt? Vrijwel elke opleiding in het mbo, hbo en aan de universiteit besteedt veel meer en breder aandacht aan digitale vaardigheden dan veertig jaar geleden het geval was. Ook op basis- en middelbare scholen is het geen uitzondering meer dat bijvoorbeeld programmeren onderdeel is van het lesprogramma. Daarnaast zijn er veel mensen die met veel passie en kennis van zaken in hun vrije tijd een eigen website bouwen, hun huis slim maken of een data-analyse maken van de gegevens van hun sporthorloge. En sinds maart 2019 blijkt iedereen opeens een expert in video-bellen te zijn!
We verbazen ons er keer op keer over dat er binnen de overheid maar zelden inzet van deze kennis en vaardigheden wordt gevraagd. Sterker nog, vaak is niet eens bekend dat deze kennis en kunde bij collega’s aanwezig is. Daarmee wordt het überhaupt onmogelijk om deze kennis via vak ontwikkeling of nascholing up-to-date te houden. En kennis en vaardigheden die nooit worden aangesproken, kun je ook niet inzetten. Zijn de opdrachten binnen de overheid wel scherp en eigentijds genoeg om mensen uit te dagen al hun kennis in te zetten?
Wij vragen ons af of er in het debat over het slimmer maken van de (semi-)publieke sector wel altijd in de goede hoek gezocht wordt naar oplossingen. Te vaak wordt wat ons betreft de oplossing buiten de overheid gezocht. Bijvoorbeeld bij professoren of consultants. Wij denken dat we veel mensen binnen de publieke sector hiermee echt te kort doen. Deze professoren hebben immers veel van de al aanwezige collega’s opgeleid en ook die consultants zijn vaak oud-studiegenoten van collega’s. Er is meer menselijk kapitaal in huis en met net wat andere opdrachten kunnen we elkaar scherp houden om alle kennis in te zetten en deze kennis bij te houden.