De huidige uitkeringsovereenkomst
Veruit de meeste werknemers hebben nu een uitkeringsovereenkomst. Hierin staat omschreven hoeveel pensioenuitkering jij op je pensioengerechtigde leeftijd krijgt. Je betaalt jaarlijks een premie aan het pensioenfonds waar je bij bent aangesloten. Deze pensioenpremie wordt jaarlijks vastgesteld en is de laatste jaren sterk gestegen. Elk jaar bouw je een gelijk deel van je toekomstige pensioenuitkering op. Het pensioenfonds kan alleen uitkeren als er voldoende geld in kas is. Als dat niet het geval is (een te lage dekkingsgraad in pensioenjargon), dan dreigen er pensioenkortingen.
Nieuwe pensioencontract
De uitkeringsovereenkomst maakt vanaf 2023 plaats voor een premieregeling. De premieregeling is er straks in twee varianten: een meer collectieve en meer individuele variant. In beide varianten is de hoogte van de premie het uitgangspunt, niet de hoogte van de pensioenuitkering. De premie is voor alle leeftijden gelijk. De hoogte van je pensioen wordt bepaald door meerdere factoren. Denk daarbij aan je verwachte pensioenjaren, vastgesteld aan de hand van de geschatte levensverwachting. Maar ook je opgebouwde premie-inleg en het behaalde rendement hierop. Je pensioenuitkering beweegt namelijk mee met beleggingsresultaat. Vallen die mee, dan stijgt je uitkering. Vallen de resultaten tegen, dan daalt je pensioen. Vooraf weet je dus niet exact, zoals bij de huidige uitkeringsovereenkomst, hoeveel pensioen je uiteindelijk ontvangt. Toch zijn er ook verschillen tussen beide regelingen. Die zijn:
De solidaire premieovereenkomst (het nieuwe pensioencontract)
- Gebaseerd op een afgesproken pensioendoel vanuit de cao-tafel (wettelijk);
- Binnen het nieuwe pensioencontract wordt het collectief vermogen meer collectief belegd. Jong en oud nemen deel in hetzelfde collectieve pensioenvermogen;
- Beleggingsrendementen worden via een, vooraf bepaalde, verdeelsleutel over de werknemers verdeeld. Uitgangspunt daarbij is dat jonge deelnemers meer risico lopen, meer profiteren van goede beleggingsresultaten, maar ook meer nadelige effecten ondervinden van slechte beleggingsresultaten, dan oudere deelnemers;
- De solidariteitsreserve, een collectief spaarpotje voor slechtere tijden, dekt risico’s af. Bijvoorbeeld het spreiden van beleggingsrisico's over de tijd of risicodeling bij het stijgen van de, vooraf ingeschatte, levensverwachting.
De flexibele premieovereenkomst (de verbeterde premieregeling)
- Een beleggingsbeleid via life cycles. Jonge deelnemers beleggen met meer risico. Richting de pensioendatum worden risico’s afgebouwd;
- Er is een scheiding tussen de individuele pensioenvermogens in de opbouwfase en de pensioenvermogens van de gepensioneerden in de uitkeringsfase;
- Geen verplichte solidariteitsreserve, wél een optionele;
- Geen deling van het levenlang risico;
- Deelnemers hebben een shoprecht op pensioendatum;
- Optionele keuzes voor deelnemers in:
a. Verschillende beleggingsprofielen, die meer of minder risicovol zijn;
b. Een vaste- of variabele uitkering op pensioendatum. Je hebt dan de keus tussen een levenslange vaste (en lagere) pensioenuitkering óf het doorbeleggen van je pensioenkapitaal na pensionering (met meer perspectief op een hoger pensioen).
Keus CNV
Een goed pensioen voor iedereen. Dat is onze missie. De solidaire premieovereenkomst sluit hier het best bij aan. Het collectieve contract verdeelt, mede door solidariteitsreserve, de financiële risico’s beter over leeftijdsgroepen, waardoor pech- en geluksgeneraties worden voorkomen.