1) Solidaire of flexibele premieregeling?
2) Invaren ja of nee?
3) Wat is adequate compensatie?
4) Hoe hoog wordt je premie?
5) Hoe gaat het nabestaandenpensioen eruitzien?
Solidaire of flexibele premieregeling?
In het kort:
• Alle pensioenregelingen worden premieregelingen
• Er zijn 2 soorten premieregeling
• Voorkeur CNV: solidaire premieregeling
• De cao-partijen beslissen
• Deelnemers mogen aangeven hoeveel risico ze willen lopen
• Je kunt individueel ook nog keuzes maken
Alle pensioenregelingen worden premieregelingen
Het doel in het huidige pensioenstelsel is een pensioen op te bouwen tot een bepaalde hoogte, we noemen dat een uitkeringsregeling. Uitgangspunt in het nieuwe stelsel zijn de afspraken die worden gemaakt over de hoogte van de premies. Oftewel een premieregeling. Op de pensioendatum wordt bij een premieregeling de eigen pensioenpot omgezet in een levenslange pensioenuitkering. De hoogte daarvan staat van tevoren niet vast.
Er zijn 2 soorten premieregeling
In de nieuwe situatie zijn er in principe 2 soorten premieregelingen: een solidaire en een flexibele. Op welke van de 2 een pensioenfonds overgaat, wordt beslist aan de cao-tafel. De uitkomst geldt dan normaal gesproken voor alle werknemers in het bedrijf of in de bedrijfstak.
Bij de solidaire premieregeling worden de risico’s collectief gedeeld en is het pensioenresultaat stabieler. Dit wordt bereikt met een solidariteitsreserve. Een deel van het rendement wordt gebruikt om het opgebouwde pensioenvermogen en de ingegane pensioenen te beschermen. De rest van het rendement wordt op basis van gelopen beleggingsrisico toegedeeld. Dit is het overrendement. Jongeren hebben meer risico gelopen en krijgen meer overrendement. Ouderen hebben minder risico gelopen en krijgen minder van het overrendement. Een overrendement in een jaar kan ook negatief zijn. Door de collectiviteit is er voor deelnemers geen keuzestress.
Bij de flexibele premieregeling worden geen of minder risico’s met elkaar gedeeld. Hierdoor hebben deelnemers de extra keuzemogelijkheid om meer of minder risicovol te beleggen. Je kunt tijdens je werkzame leven kiezen hoeveel risico je zelf wilt lopen in de pensioenbeleggingen. Bij pensionering kun je kiezen voor een vaste of variabele uitkering (vast is zekerder, maar wel lager dan variabel). Bij een flexibele premieregeling kunnen risico's gedeeld worden in een risicodelingsreserve. Worden beleggingsrisico's gedeeld, dan is er geen inidividuele keuze in beleggingsrisico.
Bij het delen van risico’s gaat het niet alleen om beleggingsrisico. Ook zijn er risico’s voor jouw nabestaanden als je korter leeft of juist voor jezelf als je heel lang blijft leven. Als je bijvoorbeeld zelf heel oud wordt -en dus langer dan verwacht pensioen ontvangt- heeft de pensioenuitvoerder meer geld nodig. Dat is ook zo als de gemiddelde levensverwachting stijgt en pensioenfondsen langer moeten uitkeren dan verwacht.
Er is ook een derde regeling mogelijk, alleen zijn de cao-partijen daar niet bij betrokken. Dat is de premie-uitkeringsovereenkomst. Die worden aangeboden door pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI).