Jonge vrouw met kind in de bakfiets in de stad

CNV-uitgangspunten van het nieuwe pensioenstelsel

Het nieuwe pensioenstelsel is een stap dichterbij gekomen, nadat de Tweede Kamer in december 2022 instemde met het wetsvoorstel daarvoor. Waarom is een nieuw stelsel nodig en hoe ziet dat er in hoofdlijnen uit?*

Hoewel ons huidige pensioenstelsel te boek staat als een van de beste ter wereld, stamt het al uit de jaren ‘50. Sindsdien is er veel veranderd. Vrouwen werken meer, we werken niet ons hele leven voor één baas en we worden ouder. Oude regelingen sluiten daardoor niet altijd meer aan bij de huidige maatschappij. Het nieuwe pensioenstelsel is een stap dichterbij gekomen, nadat de Tweede Kamer in december 2022 instemde met het wetsvoorstel daarvoor. De Tweede Kamer stemde in december 2022 in met een wetsvoorstel voor een nieuw pensioenstelsel. De Eerste Kamer ging eind mei 2023 akkoord met de Wet toekomst pensioenen (Wtp). De nieuwe pensioenwet wordt per 1 juli 2023 van kracht.

Waarom is een nieuw stelsel nodig?

Hoewel ons huidige pensioenstelsel te boek staat als een van de beste ter wereld, stamt het al uit de jaren ‘50. Sindsdien is er veel veranderd. Vrouwen werken meer, we werken niet ons hele leven voor één baas en we worden ouder. Oude regelingen sluiten daardoor niet altijd meer aan bij de huidige maatschappij.

Uiterlijk 2028

Daarom werkt het CNV sinds 2019 samen met de andere sociale partners en de overheid aan een nieuw en toekomstbestendig pensioenstelsel. Op zijn laatst op 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen aangepast zijn aan die nieuwe wetgeving. In de tussentijd moeten er veel belangrijke keuzes worden gemaakt door werkgevers, werknemers en pensioenuitvoerders. Welke keuzes dat zijn en hoe we leden daarbij betrekken lees je hier. Dit zijn in ieder geval 6 CNV-uitgangspunten van het nieuwe pensioenstelsel:

Jonge vrouw met kind in de bakfiets in de stad

Belangrijke keuzes

Sinds 1 juli 2023 is de nieuwe pensioenwetgeving van kracht. Op zijn laatst op 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen aangepast zijn aan die nieuwe wetgeving. In de tussentijd, in ieder geval voor 2025, moeten er veel belangrijke keuzes worden gemaakt door werkgevers, werknemers en pensioenuitvoerders.

Welke keuzes dat zijn en hoe we leden daarbij betrekken lees je hier.

Waar strijdt het CNV nog voor?

Het CNV is op hoofdlijnen tevreden over de afspraken zoals ze nu voorliggen. Toch zijn er nog aandachtspunten waar het CNV zich de komende tijd sterk voor maakt.

> Een structurele en betere regeling voor mensen in een zwaar beroep
De RVU-regeling is tijdelijk en loopt eind 2025 af. Wij maken ons sterk voor een structurele regeling. Bovendien is het bedrag (€ 1.874 bruto per maand) te laag voor veel mensen om van rond te kunnen komen. We willen een hoger bedrag zodat eerder stoppen voor grotere groepen mensen betaalbaar wordt.

> AOW moet meestijgen met minimumloon
In het regeerakkoord is afgesproken dat de AOW niet 7,5% meestijgt met het minimumloon en andere uitkeringen. AOW-gerechtigden blijven daardoor achter in koopkracht, zeker met de hoge inflatie. Het CNV strijdt voor een koppeling tussen de AOW en de minimumlonen en daarmee een verhoging van de AOW-uitkering in 2022 en de jaren erna.

> Verplicht informeren bij geen pensioen
Werkgevers die geen pensioenregeling voor hun personeel hebben, moeten hun werknemers daar verplicht over informeren. Het CNV wil dat dit in de wet wordt geregeld. Zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is.