Kort lontje
Na een paar maanden werkt hij drie dagen in de week. Maar het gaat niet goed. Hij is moe en heeft een kort lontje. Collega’s weten niet goed hoe ze hem feedback kunnen geven en Kay weet daar niet goed mee om te gaan. Zijn manager ziet hem ploeteren en stuurt hem door naar een collega van de personeelsafdeling. De hr-manager zegt dat het niet gek was geweest als Kay na Pauliens dood een tijdje niet op het werk was verschenen.
Door die opmerking verandert opeens het perspectief. ‘Ik was niet op het idee gekomen. Toen Paulien ziek werd heb ik waar mogelijk doorgewerkt. Omdat het structuur gaf en omdat ik haar wilde laten zien dat ik het wel kon, dat ik het wel ging redden. Door dit gesprek met p&o voelde ik ruimte.’
Zwembad
In overleg met zijn werkgever legt hij een maand het werk neer. Vanaf dat moment voelt hij zich alleen maar beroerder. ‘Zo moe. Zo verschrikkelijk moe. Ik ging gelijk met mijn peuter naar bed en maakte lange nachten zonder dat ik me beter ging voelen. Elke ochtend werd ik wakker alsof ik een weekend op Lowlands was geweest.’
Zo moe als hij is, stelt Kay zichzelf een sportief doel: de Groningen Swim Challenge aan het eind van de zomer. In zijn eentje 36 kilometer door het Reitdiep. Er komt een nieuw dagritme dat bestaat uit zorgen, sporten en slapen. Elke ochtend als hij zijn dochter naar het kinderdagverblijf heeft gebracht, rijdt hij door naar het zwembad.
Alarmbel
Die eindeloze uren in het water zijn het begin van zijn herstel. Slapend, zwemmend en pratend heelt hij langzaam van het traumatische jaar dat achter hem ligt. ‘Zonder dat ik het besefte, gilde er al maanden een alarmbel in mijn hoofd. Door de adrenaline stond mijn alarmsysteem 24/7 aan. Viel er een bordje kapot, dan had ik het gevoel dat het hele universum zich tegen mij keerde en dat dat het begin was van een nieuw, groot drama.’ Nu begint eindelijk zijn alarmsysteem tot rust te komen. ‘Langzaam leerden mijn hersens dat kleine dingen die tegenzaten niet het begin van het einde waren.’
Bedrijfsarts
Uiteindelijk verlengt Kay zijn maand verlof drie keer. ‘Ik had regelmatig contact met mijn manager en mijn therapeut. We evalueerden hoe het ging. Mijn manager liet me voelen dat hij vertrouwen in me had en ik voelde ruimte.’ Enorm belangrijk, vooral toen Kay zich in diezelfde tijd voor het eerst moest melden bij de bedrijfsarts. Hij herinnert zich goed hoe schokkend, onterecht en moeilijk die afspraak voelde. Alsof hij opeens terecht was gekomen bij de afdeling Bijzonder Beheer, de afdeling bij een bank waar in problemen geraakte bedrijven worden beheerd.
‘Ik voelde de sturing in het gesprek. Die arts dacht: hoe krijg ik die jongen weer terug op zijn werkplek. Logisch, maar dat voelde niet goed. Alsof ik controle aan het kwijtraken was en een instantie ging bepalen wat ik moest gaan doen.’
Hij vertelt de bedrijfsarts duidelijk wat hij aan het doen is, hoe hij zich herpakt. ‘Ja, ik kon goed verwoorden wat ik wilde en had ook scherp wat mijn beperkingen waren. Ik wist dat ik tijd nodig had om te herstellen van mijn trauma. Die tijd kreeg ik vervolgens, maar het hielp erg dat mijn leidinggevende achter me stond.’
Stom plan
Aan het eind van de zomer zwemt Kay het Reitdiep af, met zijn vrienden in een begeleidingsboot. De tocht start in het donker, hij voelt zich al snel vooral heel koud en ellendig. ‘Alle motivatie was verdwenen. Ik vond het alleen nog maar een héél verschrikkelijk stom plan.’ Dankzij de vrienden in de begeleidingsboot stapt hij niet uit het water. ‘Zij lieten mij niet opgeven.’
Dan wordt het langzaam licht en warmer. ‘Zwemmend bedacht ik een nieuwe motivatie: met elke slag bouw ik heel langzaam aan een monument voor Paulien, een superkrachtig beeld voor mij.’ Twaalf en een half uur na de start heeft Kay het gehaald. Hij is euforisch. ‘Ik had voor het eerst een doel gesteld én gehaald. Ik kon nog steeds dingen uit het leven halen. Ik was weer klaar voor werken.’
Voortuin
Na de zwemtocht bouwt hij zijn werkdagen weer rustig op. Hij evalueert regelmatig met zijn manager, is open over zijn herstel en kwetsbaarheden. Doelen maakt hij klein, concreet en overzichtelijk. ‘Op een groot wit vel met allemaal vakjes noteerde ik ze: niet meer moe wakker worden, geen harde kantjes richting mijn dochter, de voortuin herinrichten.’ Het werkt. De heling zet door en de alarmbellen komen tot bedaren. Hoe hij dat weet? ‘Als je het gevoel hebt dat je collega’s weer alles tegen je kunnen zeggen, dat je weer echt meedoet.’
Saamhorigheid
Sinds dit voorjaar, met een ingevuld ontwikkelplan, voelt hij zich weer een complete, rustige professional. ‘Natuurlijk blijft het verlies van mijn geliefde een onderdeel van me. Er zijn moeiten en het is heel zwaar om alleenstaand ouder te zijn. Maar mijn visie op werk is onveranderd. Ik sta er wel anders in. Meer ontspannen. Met meer gevoel van saamhorigheid. ‘Met collega’s, met mensen die hard worden geraakt. Ik weet nu hoe belangrijk het is dat we als samenleving, als collega’s, werkgevers, elkaar ruimte geven om weer op de rit te komen.’
Tips van Kay
- Laat je begeleiden door een professional met ervaring in rouwverwerking.
- Neem advies serieus van mensen om je heen die het goede met je voor hebben.
- Wees als dat mogelijk is, open naar je leidinggevende over wat je doet om je leven weer op de rit te krijgen.
- Vertel de bedrijfsarts duidelijk wat je aan het doen bent om weer terug te komen op het werken weet goed wat je wilt. Bereid zo’n gesprek eventueel van tevoren voor.
Fotografie: Ruben Timman
Tekst: Miriam de Rooij