Naam: Toin Lathouwers (63)
Functie: timmerman bij een houtbedrijf, 40 uur per week
Mantelzorger van: zijn vrouw Conny
Gedeelde smart
‘Mijn collega’s waren daarna ook snel op de hoogte. Iedereen reageerde vol medeleven en dat is nog steeds zo. Heel fijn, want gedeelde smart is halve smart. Voor mijn gemoedsrust is het ook goed dat mijn collega’s weten waarom ik af en toe wegga. Ze denken in elk geval niet dat ik de kantjes er vanaf loop.’
Zorgverlof
‘In het eerste jaar bestond de mantelzorg vooral uit meegaan naar afspraken in het ziekenhuis. We waren daar soms een hele dag. Ik had nog 40g tot 50 verlofuren staan, die ik daarvoor heb opgenomen. Het jaar erop had ik zo’n 130 à 140 uur nodig voor mantelzorg. Ik heb toen ik in mijn cao gekeken wat er mogelijk was. Sindsdien maak ik elk jaar gebruik van zorgverlof.’
Meer mantelzorg
‘Naarmate Conny zieker werd, ben ik meer mantelzorg gaan geven. Ze is nu in de laatste fase van haar leven. Via het zorgverlof betaalt mijn werkgever 80 mantelzorguren door. De rest wordt in mindering gebracht op mijn eigen verlofuren. Het gaat om wettelijke en bovenwettelijke verlofuren, vitaliteitsverlof en ATV-uren.’
Verlofuren volgend jaar
‘Daar red ik het tot nu toe mee. Mijn werkgever heeft gezegd dat de uren nooit een probleem mogen zijn. Als ze opraken, mag ik alvast de verlofuren van het volgende jaar opnemen. Dat zou nog van pas kunnen komen.’
Geen vervanger
‘Wat heel lastig is: het komt eigenlijk nooit uit om mijn verlofuren op te nemen. Ik sta aan een machine die ik als enige kan bedienen. Sinds januari is er geen collega meer die mij kan vervangen. Er zijn voortdurend 2 openstaande vacatures voor deze functie, ook vanwege de zorg die ik voor mijn vrouw heb, maar tot nu toe is er niemand gevonden.’
Dilemma
‘Door personeelskrapte kan ik dus eigenlijk niet gemist worden. Dat wringt: ik wil er zijn voor mijn vrouw maar wil ook mijn werk niet in de steek laten. Een continu dilemma! In deze situatie is het begrip van mijn werkgever en collega’s des te belangrijker voor mij. Zij zeggen dat het werk op de een of andere manier wel doorgaat als ik er niet ben. Maar ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel.’
Zo min mogelijk verzuimen
‘Ik doe wat ik kan en probeer zo min mogelijk te verzuimen. Als ik om negen uur met Conny weg moet rijden naar een afspraak in het ziekenhuis, ga ik van half acht tot half negen nog naar mijn werk om alles in gang te zetten. Ik woon maar 3 kilometer van mijn werk, dat scheelt.’
Extra middagpauze
‘De laatste maanden ga ik ook tussen de middag naar huis. Dan kan ik lunchen met Conny, opruimen, een was in de machine doen of medicijnen ophalen bij de apotheek. Ik heb daarvoor een half uur extra pauze. Die tijd haal ik aan het einde van de dag weer in: ik werk dan tot vijf uur in plaats van half vijf.’
Open kaart
‘Langdurige mantelzorg sluipt erin. In het begin denk je: ik los het wel op. En naarmate er meer mantelzorgtaken komen, groei je daarin. Tot de situatie té zwaar wordt. De mensen op je werk valt dat niet zo op. Het is daarom belangrijk op tijd open kaart te spelen. Zo kun je begrip krijgen van je werkgever en collega’s. In mijn geval waren daar gelukkig weinig woorden voor nodig.’
Eind januari is Toins echtgenote Conny toch nog onverwacht overleden.