Grote onzekerheid
Keuringsartsen beoordelen of een werknemer, die twee jaar niet of niet volledig werkte wegens ziekte, recht heeft op een WIA-uitkering of gedeeltelijk in staat is te werken. Het UWV heeft de wettelijke plicht om zo’n beoordeling binnen 8 weken te starten. Die wachttijd is, bij gebrek aan keuringsartsen, nu opgelopen tot 18 weken, met uitschieters naar boven. Dat brengt grote onzekerheid bij mensen die zich afvragen of ze recht hebben op een WIA-uitkering. En bij de groep mensen die wachten op een herbeoordeling van de medische situatie. Het betreft tienduizenden werknemers die deels nog werken en voor wie de werkgever of zijzelf een herkeuring hebben aangevraagd.
Financieel vangnet
Om de wachtperiode financieel te overbruggen, keert het UWV een WIA-voorschot uit. In enkele gevallen moesten mensen van wie de uitkeringsaanvraag is afgewezen, het volledige bedrag terugbetalen. Dat is nu grotendeels teruggedraaid. In de meeste gevallen wordt het voorschot tijdelijk kwijtgescholden, als het bedrag niet kan worden verrekend met inkomsten uit ander werk of een WW-uitkering. Het gaat om een voorschot dat is ontvangen op of na 1 januari 2020.