De ov-medewerkers luiden de noodklok over de staat van het openbaar busvervoer. De rijksoverheid moet vervoersbedrijven die in de problemen komen omdat ze verlieslijdende lijnen overeind houden, langer steunen. Als de plannen van de overheid doorgaan, dan verdwijnt mogelijk in een groot aantal regio's 20 tot 30 procent van de lijnen. Mensen zonder auto zullen daardoor op veel plekken niet meer kunnen komen, ook niet op hun werk, op school of bij een ziekenhuis. Dit betuigt ook de Utrechtse gedeputeerde Arne Schaddelee namens alle provinciebesturen in Trouw.
Vangnet moet blijven
Ook het CNV wil dat het financiële vangnet blijft bestaan. In de krappe arbeidsmarkt moeten banen behouden blijven. Als het aantal reizigers weer toeneemt, zullen de chauffeurs en machinisten weer hard nodig zijn. Daarnaast mogen werknemers nooit het slachtoffer worden van het schrappen van de coronasteun.
Bereikbaar zijn
Ook voor de samenleving is het belangrijk dat buslijnen in alle regio’s behouden blijven. Denk bijvoorbeeld aan de 900.000 woningen die tot en met 2030 gebouwd moeten worden. Die dienen ook bereikbaar te zijn.
De energietransitie vereist daarnaast ook dat we meer met het openbaar vervoer gaan reizen. Hier zou dus juist op moeten worden ingezet. Waarom geeft Den Haag de auto dan nog steeds voorrang, door de accijns op brandstof te verlagen, maar niet het openbaar vervoer rijdend te houden?
Ov verdient voorrang
Het CNV wil dat het probleem de aandacht en urgentie vanuit de politiek krijgt die het verdient. Er moet financiële zekerheid komen voor het openbaar vervoer de komende jaren, en daarmee rust en duidelijkheid voor de werknemers. Dus Den Haag, geef voorrang aan het openbaar vervoer!