- Looptijd 1 jaar;
- Per 1-4-2020 een loonsverhoging van 3% structureel;
- Gelijk werk – gelijk loon; uitzendkrachten worden beloond conform alle beloningsbepalingen van de CAO Hochwald (behalve pensioen), dit met in achtneming van de arbeidsduur die van toepassing is zoals gedefinieerd in artikel 6 van de CAO;
- Structurele formatieplaatsen worden bezet door werknemers met een dienstverband met Hochwald en niet door uitzendkrachten;
- Gezamenlijk onderzoek naar alternatieve roostermogelijkheden bij Hochwald;
- Voorzetting van de regeling werkgeversbijdrage.
Het bovenstaande voorstel wijkt op het punt loonsverhoging af van het voorstel dat wij 3 september jl. hebben gedaan. Gelet op het feit dat de pensioenpremie voor de werknemers dit jaar fors is verhoogd werd de door ons in het overleg voorgestelde 2% door de leden onvoldoende gevonden. Daarom stellen wij voor om de lonen per 1-4-2020 met 3% structureel te verhogen.
De directie heeft dit voorstel afgewezen en hebben een 2e eindbod gedaan (zie bijlage). Het verschil met het eerste eindbod is dat in dit 2e eindbod de werkgever een eenmalige uitkering biedt wanneer de omzet in 2020 gelijk of hoger is dan de omzet in 2019.
Wat vonden wij…..en vinden wij …………..
Zoals ook in de ledenvergaderingen aangegeven blijven wij van opvatting dat het voorstel van de directie onnodig karig is. Dit kan echt wel beter zonder dat daardoor het bestaan van het bedrijf in het geding komt. Er moet in onze ogen dus een akkoord mogelijk zijn met daarin de afspraken die wij willen maken als het gaat om ‘vaste formatieplaatsen door vaste werknemers’ en ‘uitzendkrachten hebben recht op de eindejaarsuitkering (dit naar rato van het aantal maanden dat ze werkzaam zijn’). Ook de structurele loonsverhoging kan beter dan de geboden 1,5%.
En ineens was daar …………………….
In de toelichting die wij hebben gekregen van de directie op het 2e eindbod kwamen voor ons de zinnen “Duitse zusterbedrijven zijn zich aan het voorbereiden om ook daar SCM te gaan produceren in de toekomst” en “Toekomstige SCM productie bij zuster bedrijven zal ten koste gaan van de toekomstige bezetting van de fabriek in Bolsward” als de bekende ‘donderslag bij heldere hemel’, ‘het konijn uit de hoge hoed’ of het ‘duveltje uit het doosje’ (zie bijlage).
En wat nu;
Brengen wij het bedrijf in gevaar met onze voorstellen? Je zou uit de toelichting en de brief van de directie kunnen afleiden dat wij dat doen door van mening te blijven dat het echt wel een paar tandjes beter kan. Zou het zo zijn dat we, wanneer we ons toch maar neerleggen bij het 2e eindbod van de directie, daarmee de toekomst van het bedrijf veilig stellen? Of houden we dan de verplaatsing van de SCM productie naar Duitsland in ieder geval nog een paar jaar tegen? En blijft daarmee dus het bedrijf nog een paar jaar overeind?
Onze conclusies;
Vasthouden aan onze voorstellen vinden we nog steeds de beste optie. Daarnaast willen we met de directie in gesprek als het gaat om de gevolgen van het besluit om de blikfabriek niet langer als strategisch te zien en als het gaat om de eventuele gevolgen van toekomstige SCM productie bij de zusterbedrijven.
Hierbij geldt wat ons betreft dat we ons niet bang moeten laten maken. Wanneer ergens in een directiekamer in Duitsland het besluit wordt genomen om het bedrijf in Bolsward de nek om te draaien dan houden we dat toch niet tegen. Belangrijk is dat we als werknemers eensgezind opereren. Wat ons betreft maken we de directie duidelijk dat “wie wind zaait – storm zal oogsten”.
Onze vragen aan jullie;
Dit betekent dat we jullie de vraag voorleggen of jullie onze insteek steunen of niet.
Hierbij dringen we er bij jullie op aan om de rijen te sluiten zodra de uitkomst van de stemming er is. Daar bedoelen we mee dat we met z’n allen achter de uitkomst gaan staan. Alleen wanneer we eensgezind optreden kunnen we het verschil maken.
Ons advies: vasthouden aan de voorstellen en in overleg over de mogelijke gevolgen.
Vraag 1: het nieuwe eindbod.
O Ik ben van mening dat we vast moeten houden aan onze voorstellen.
O Ik ben van mening dat we het nieuwe eindbod van de directie moeten accepteren.
Vraag 2, overleggen over de directiebesluiten.
O Ik ben van mening dat er overleg moet plaats vinden over de mogelijke gevolgen van de directiebesluiten en dat er afspraken gemaakt moeten worden hoe daar dan mee om te gaan.
O Ik ben van mening dat er geen overleg moet plaats vinden over de mogelijke gevolgen van de directiebesluiten en dat er geen afspraken gemaakt moeten te worden hoe daar dan mee om te gaan.
Aankruisen wat je vindt.
Je reactie kun je mailen aan: h.jongsma@cnvvakmensen.nl
Doe dit voor vrijdag 16-10-2020.
Met vriendelijke groet,
Namens de kaderleden,
Henk Jongsma, CNV Vakmensen.