Helaas is dit akkoord van tafel nu er tussen vakbonden en werkgevers, betrokken bij het pensioenfonds AVH (waar ook het pensioen van de werknemers PKP wordt opgebouwd), geen eensluidende mening bestaat over hoe om te gaan met het opgebouwde pensioen en hoe om te gaan met het in de toekomst op te bouwen pensioen op het moment dat het pensioenfonds AVH ophoudt te bestaan.
Vakbonden zijn van mening dat het voor werknemers goed zou zijn wanneer het inmiddels opgebouwde pensioen en het in de toekomst nog op te bouwen pensioen ‘overgaat’ naar het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Landbouw (BPL). Daarmee blijven verleden en toekomst bij één en hetzelfde fonds.
Voordeel is ook dat de pensioenregeling dan verbeterd gaat worden. Dit kan dan in 5 ‘stappen’ waardoor het ook betaalbaar is. Door ook de opgebouwde pensioenen over te laten gaan naar BPL is de kans dat deze opgebouwde pensioenen in de toekomst weer geïndexeerd kunnen gaan worden groter dan wanneer het opgebouwde pensioen achterblijft bij AVH of overgaat naar een Algemeen Pensioenfonds (APF).
Werkgevers zijn van mening dat het in de toekomst op te bouwen pensioen ondergebracht moet worden bij het Pensioenfonds voor de Grafische Industrie (PGB) en dat het inmiddels opgebouwde pensioen of moet achter blijven bij het huidige pensioenfonds of over zou moeten gaan naar een APF. De toekomstige pensioenregeling kan dan door PGB worden uitgevoerd. Verbeteringen van de regeling kunnen aan de cao-tafel onderwerp van overleg zijn.
Hoe om te gaan met de bestaande situatie?
Hoe logisch is het eigenlijk om de gemaakte afspraken geen doorgang te laten vinden nu het (nog) niet is gelukt om als vakbonden en werkgevers op één lijn te komen als het gaat om pensioen (verleden en toekomst)?
Werkgevers hebben aan de cao-tafel aangegeven in te zien dat verbetering van de pensioenregeling nodig is. Werkgevers hebben aangegeven dat deze verbetering wel uit de loonruimte moet komen. Voor de cao 2019 t/m 2020 zagen werkgevers blijkbaar een loonruimte van 5,75%. Van deze 5,75% gaat er in het jaar 2019 2,5% naar loon. In 2020 gaat er vervolgens 2,75% naar loon en is er 0,5% beschikbaar voor een eerste stapje (let wel stapje) voor het verbeteren van de pensioenregeling.
Nu we niet op één lijn zitten als het gaat om pensioen (toekomst en verleden) hebben werkgevers blijkbaar besloten om hun werknemers vooralsnog de afgesproken loonsverhogingen en pensioenverbetering niet toe te kennen. Volgens werkgevers zou deze ruimte van 5,75% over de jaren 2019 en 2020 gereserveerd moeten worden voor de overgang naar het pensioenfonds Landbouw (BPL).
Bericht aan werkgevers
We hebben werkgevers laten weten dat zij volgens ons geen juiste voorstelling van zaken geven. Onderstaand het bericht dat wij ze hebben gestuurd en het voorstel dat we hebben gedaan om het op een volwassen manier op te lossen in het belang van werknemers en werkgevers.
"Waar we ons over verbazen is dat jullie doen alsof de BPL route een gegeven is nu we daar als vakbonden onze voorkeur voor hebben uitgesproken. Dat is natuurlijk niet zo. We hebben jullie daarbij nodig en jullie hebben aangegeven deze route niet te willen.
Verder stellen jullie dat de afgesproken ruimte gereserveerd moet worden wanneer de overgang naar BPL een feit zou zijn. Ook dat is natuurlijk niet aan de orde en dat weten jullie ook. BPL geeft 5 jaar de ruimte om ‘in te groeien’, de ruimte over 2019 hebben we daar niet voor nodig, een deel van de ruimte van 2020 (3,25%) dan wel. Ik zou zeggen, wat is het probleem. Daar moet je als partijen volgens mij dan uit kunnen komen. Doen alsof wij de keuze maken om ‘de ruimte’ in z’n geheel aan de dan stijgende pensioenlasten uit te geven vinden we eigenlijk wel een beetje kinderachtig.
Wat ons betreft handelen we pragmatisch en in het belang van de werknemers en de werkgevers; we spreken af dat voor 2019 de afgesproken loonsverhoging en eenmalige uitkering conform afspraak wordt uitgevoerd. Voor 2020 reserveren we de ruimte van 3,25%. Mocht het BPL worden dan gebruiken we voor 2020 dat deel van de 3,25% die nodig is om 1/5e deel van de benodigde inloop/inkoop te financieren, mocht het PGB worden of AVH blijven dan gebruiken we de 0,5% t.b.v. de pensioenregeling en verhogen we de lonen conform afspraak.
18 juni kunnen we dan gebruiken om CAO tekst te bespreken.
Graag jullie reactie. Mochten jullie vasthouden aan de gekozen insteek dan zullen we onze leden dat laten weten."
Hopelijk dat werkgevers alsnog inzien dat de door hen ingeslagen weg niet verstandig is.
We laten jullie de reactie van werkgevers weten. Daarna zullen wij samen met FNV overleggen ‘hoe verder’. We houden jullie op de hoogte. Wordt vervolgd dus.
Leo Bons
bestuurder CNV Vakmensen
M: 06 51 60 19 92
E: l.bons@cnvvakmensen.nl