Actualisering Rechtspositiereglement voor Pastoraal Werkers (RPW)

Het Rechtspositiereglement voor Pastoraal Werkers (RPW) is ingaande juli 2024 geactualiseerd. Ten opzichte van de vorige uitgave van juli 2016 bevat deze editie geen nieuw beleid. Artikelen die onduidelijk waren, zijn verhelderd en verouderde bepalingen zijn aangepast of geschrapt.

Het is dan ook geen bezuinigingsactie, maar een aanpassing aan de huidige wetgeving. In het ICORA-LKR-overleg is heel nadrukkelijk uitgesproken, dat uitgangspunt dient te zijn dat de pastoraal werkers er door het nieuwe RPW niet op achteruit mogen gaan en dat de in de eerdere versie van het RPW vastgelegde rechten en plichten gehandhaafd blijven.

De aanpassingen betreffen vooral actualiseringen, en dan met name het in lijn te brengen van het RPW met de huidige stand van de geldende wet- en regelgeving, waaronder de Wet Werk en Zekerheid (WWZ), de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), de Werkkostenregeling en de Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden.

Compensatie

De vakantieregeling was in strijd met de Wet Gelijke Behandeling Leeftijd bij de arbeid (WGBL). Deze regeling is zodanig aangepast dat de leeftijdsdiscriminatie is weggenomen. Oudere werknemers die er op grond van de nieuwe vakantieregeling op achteruit zouden gaan, worden gecompenseerd via een werktijdverkorting genoemd in art. 18 lid 7, 8 en 9.

Daarnaast zijn wijzigingen op het gebied van duurzame inzetbaarheid verwerkt in respectievelijk artikel 18 lid 10 (uitbreiding termijn compensatie meeruren in tijd) en in artikel 22b (onbetaald verlof ten behoeve van studie).

Nevenfuncties

Ook de bepaling aangaande nevenfuncties van artikel 5 lid 1 heeft een wijziging ondergaan. De pastoraal werker dient schriftelijk voorafgaande toestemming te vragen voor een nevenfunctie. De werkgever en/of de bisschop moeten hier vervolgens binnen vier weken op reageren, waarbij de werkgever en/of de bisschop toetst of de nevenfunctie in overeenstemming is met de kerkelijke zending.

De belangrijkste vernieuwing is dat voortaan gewerkte tijd (inclusief overuren) in uren geschreven moet worden en dat vakantiedagen vakantie-uren worden.

Omdat het hier om een aanpassing aan de huidige wetgeving gaat, dient bij een interpretatie van de wijzingen in het RPW niet de letter, maar de geest van deze wijzigingsnoodzaak te prevaleren: de pastoraal werkers dienen er niet op achteruit te gaan.

Zo wil het nieuwe RPW dus niet bewerkstelligen dat pastoraal werkers vakantiedagen afgenomen worden (voor oudere pastoraal werkers van 32 naar 27 dagen), maar wil het nieuwe RPW komen tot een wettelijk toegestane regeling waarbij hetzelfde uitgangspunt - 32 vakantiedagen - overeind blijft, maar nu via een andere berekening (voor oudere pastoraal werkers één uur per week arbeidscompensatie, dat gebruikt kan worden om de vijf extra vakantiedagen alsnog te realiseren).

Een artikelsgewijze opsomming van de geactualiseerde bepalingen is opgenomen op pagina 24 t/m 26 van de uitgave, die als bijlage onderaan dit nieuwsbericht is gevoegd.