De week daarop wordt er nog veel vergaderd, heen en weer gebeld, gemaild en geappt. Niemand weet eigenlijk hoe het nu verder moet en voor hoelang de maatregelen zijn. De verhuur moet ook stopgezet worden. Ik verzet de koren voor 14 dagen. Ik bel op om de geplande verhuur voor verjaardagen te verzetten. Om twee weken later opnieuw te bellen om te vertellen dat we maar moeten wachten met het afspreken van een nieuwe datum. Ook moet er een camera in de kerk worden geplaatst. Iets waar we tot nu toe geen ervaring mee hadden.
Diensten via internet
Op zaterdagmorgen moet het gaan gebeuren. Er worden meters aan kabels, een camera en een laptop naar de kerk gebracht. ‘Teus, heb jij iets waar we het op kunnen zetten?’ ‘Ja ik heb wel een statafel’, antwoord ik. Ik pak hem en zet het meubel voor de preekstoel. Dit blijkt veel te laag te zijn. ‘Heb je niet iets hoger?’, vraagt de kerkrentmeester. Weer zijn alle ogen op mij gericht. Het enige wat ik kan bedenken is om dan maar twee statafels op elkaar te zetten. Eigenlijk tot mijn verbazing is iedereen het er mee eens. Voor een beetje stabiele constructie wordt er een plaat hout ondergelegd die we normaal voor kindernevendienst-projecten gebruiken. Daarna wordt er nog dertig meter aan geluidskabel getrokken richting geluidskast. Dit alles wordt afgemaakt met meters aan ducttape en heel veel tiewraps om te voorkomen dat straks iemand ober de kabels struikelt.
We testen het en alles blijkt te werken. Maar niets is minder waar. De weken daarop hebben we te maken met een orgelgeluid dat niet goed doorkomt, een te trage laptop, slechte internetverbinding.
Zo zijn we de weken daarna met de jongens van de techniek bezig om het allemaal op te lossen. Als blijkt dat de coronapandemie langer gaat duren verdwijnt ook de zeer gammele constructie van statafels en worden de kabels op een professionelere manier gelegd. De camera krijgt een vaste plek op de galerij, waar ook een bureau komt vanwaar het apparaat bediend kan worden.
Geen gezellig praatje
Ik wil toch nog even terug naar de eerste zondag die we zonder kerkgangers moesten stellen. Ik heb al jaren dezelfde routine als ik ‘s ochtends aankom bij de kerk. Eerst de hekken openen van het kerkplein, dan het verenigingsgebouw openen voor de kinderoppas, dan de deuren van de hal open zetten en dan de lichten aandoen. Maar niets van dit alles hoefde op die zondag, want de dominee en de aanwezige kerkenraadsleden pakken altijd een zijingang. Wat voelt het ontzettend vreemd om al die dingen niet te hoeven doen. Er komen ook geen mensen die je welkom hoeft te heten. Geen gezellig praatje met de kerkgangers voor of na de dienst. Geen koffie drinken met elkaar. Het voelt zo onwerkelijk en ik ben het na ruim een jaar nog steeds niet gewend.
Ook de doordeweekse dagen zonder verenigingswerk en verhuur zien er compleet anders uit. Nu alle vloeren geschrobd zijn en opnieuw in de was zijn gezet, ben ik maar begonnen aan het opschilderen van kozijnen en deuren. Dat zijn normaal klusjes waar ik zelf niet aan toekom en die ik dan overlaat aan vrijwilligers of een professionele schilder.
Meditatie verzorgen
Er komt een verzoek binnen van pastoraal werker van het verzorgingshuis in ons dorp. Ze zoeken een kerk van waaruit ze kunnen uitzenden via de kerktelefoon. Het idee is om iedere dag een meditatie te verzenden nu de verzorgingshuizen gesloten zijn en de bewoners geen bezoek meer mogen ontvangen. Daar werk ik graag aan mee, net zoals veel predikanten uit het dorp. En zo gebeurt het dat er iedere dag om 11 uur een predikant of ouderling naar de kerk komt om er een meditatie te verzorgen voor de mensen in het verzorgingshuis.
Al snel blijkt dat we heel veel luisteraars hebben. Ook gemeenteleden die nog thuis wonen, maar nu minder of geen bezoek krijgen. Voordeel is wel dat je zo als koster de dominees uit de andere gemeentes in het dorp beter leert kennen. Ook voor mij is het een gezellige onderbreking van de dag. En fijn dat je als kerk ook op een zo simpele manier voor veel mensen iets kunt betekenen.
Veilig heropenen
Inmiddels verwelkomen we weer zo’n dertig mensen per dienst. Maar voor we opengingen voor gemeenteleden moest daar eerst een plan voor worden gemaakt. Er kwam een heuse coronawerkgroep. Ik zelf mocht ook aanschuiven om te praten over de maatregelen die genomen moesten worden om de kerk op een zo veilige manier weer te openen. Zo werden extra desinfecteerpompen aangeschaft. Ook heb ik bij alle rijen stoelen en banken die niet gebruikt mochten worden een koord gespannen. Op de hoekstoelen een papier met het verzoek om die stoel vrij te houden. Verder looproutes uitgestippeld en op verschillende punten kerkenraadsleden geposteerd om de kerkgangers te sturen. Toen we tijden de zomerperiode met meer dan dertig mensen mochten samenkomen, gaf ik als koster iedereen zelf een plek om zo een goede bezetting op 1,5 meter te krijgen. Inmiddels zijn we terug naar maximaal dertig kerkgangers. Toch blijft het een gemis met kerst en Pasen als normaal gesproken de kerk bomvol zit en je als koster van te voren al stoelen gaat bijzetten en de mensen een plek moet toewijzen.
Laten we hopen en bidden dat we deze tijd zo snel mogelijk achter ons kunnen laten om heel misschien in het nieuwe seizoen weer volop gasten te mogen ontvangen in kerken en verenigingsgebouwen.