Mijn wensen zijn: de kraamzorg én de beloning aantrekkelijker te maken voor jongeren én ook oudere kraamverzorgers behouden. Ik werk bij een bureau. Alles is er bespreekbaar. Mijn beginnende artrose maakt bepaalde taken wat lastiger, maar ik heb een contractvorm waarin ik vier dagen werk en vier dagen vrij ben. Zo is het goed vol te houden. Het geeft me energie. Ik geniet van het contact met mijn gezinnen. Eerstelijnsbedrijven weten met zogenaamde mama-contracten collega’s met kinderen te behouden voor de kraamzorg.
Ik pleit voor een stimulans om ook oudere werknemers te behouden. Vroeger was het voor hen mogelijk om van een 80 uren-contract naar 70 uur per maand te gaan. De werkgever betaalde de AOW-premie door, zodat de pensioenopbouw gelijk bleef. Dat is helaas niet meer. De ziekenhuizen hebben wat dat betreft betere cao’s dan de thuiszorg. Intussen is er wel wat verbeterd, zoals het hogere ‘wachtgeld’ voor het oproepbaar zijn, maar we zijn er nog niet. Ik snap dat zorgverzekeraars een vinger in de kostenpap hebben, maar de kraamzorg verdwijnt als je geen jongeren trekt door een aantrekkelijker salaris.’
(foto: Henriëtte Guest)