‘Hard werken loont.’ ‘Hou je in, dat is niet vrouwelijk.’ ‘Kinderen die vragen worden overgeslagen.’ Als klein meisje kreeg ik veel dingen aangeleerd die van mij wel een aardige vrouw maakten, maar die me niet leerden op te staan voor mijn eigen verlangens. Ik herken dat ook bij andere zorgverleners. We zijn hele gehoorzame en verantwoordelijke burgers met veel hart voor mensen, ongeacht welke shit er bij ze hoort. We stáán voor ze, veel meer dan we staan voor onszelf. Luid applaus hebben we daarvoor gekregen. Dat applaus deed ons goed, het leverde alleen niets op. Voor meer financiële waardering moeten anderen iets inleveren. Daarvoor moet je vechten. Bij salarisverhoging hoort een ander motto. Of zoals de Duitse schrijver Ute Ehrhardt als titel aan haar boek meegaf: Brave meisjes komen in de hemel, brutale overal.
Lange adem
“ ‘Kinderen die vragen worden overgeslagen' ”
Mandy Jacobs
En dat geldt natuurlijk niet alleen voor meisjes. Wel hebben wij meer moeite dan jongens om brutaal te gaan voor wat we willen. We voelen ons al gauw ‘schuldig’, zijn eerder bereid te schikken: ‘Dan doe ík het wel weer.’ En we bedénken niet eens dat daar iets tegenover mag staan. Iets wat wíj graag willen.
Van ‘niet klagen, maar dragen’ zijn we in honderd jaar opgeklommen naar ‘naast klagen, ook vragen’. Hartverwarmend, maar alleen vragen helpt ook niets. Want de concurrentie is hevig in het gevecht om de schaarse zorggelden. Er zijn zorgbedrijven die lobbyisten in Den Haag inschakelen en keihard onderhandelen. Zíj vechten voor zichzelf en voor elkaar. Maar waar staat de cliënt? Als moeder leerde ik mijn kinderen om te bedanken. Als ik ze iets lekkers gaf, hield ik het vast tot ze ‘dank je wel’ zeiden. Elke keer weer. Ik moest daarvoor een lange adem hebben, maar toen ze het eenmaal wisten, ging het vanzelf. Dus dames en heren, hoe lang is jullie adem? Vinden jullie het waard om voor meer loon en betere arbeidsvoorwaarden te vechten? Ben je bereid, voor jezelf en je collega’s, om de strijd vol te houden tot het is gelukt?