‘We hebben hele volle groepen bij ons kinderdagverblijf. Elke dag hebben we zestien kindjes van 0 tot 4 jaar en staan we met veel medewerkers tegelijk te werken, omdat dit moet voor het beroepskracht-kindratio.’ Esther Smit startte acht jaar geleden vol passie in de sector. Ze ging de kinderopvang in, omdat ze hier een band met de kinderen kon opbouwen. ‘Als ik ’s ochtends binnenkom, roepen de kinderen “Esther!” en komen ze naar me toe gerend om me te knuffelen. Dan begint je dag al goed. Alle spontane reacties zijn ook zó leuk.’ Ze vertelt enthousiast. Daaraan is duidelijk te horen dat ze het werk nog steeds graag doet. ‘Wel is het soms pittig. Het zijn drukke dagen en alles zit vol gepland. Je hebt meteen personeelstekort als er iemand ziek is.’
Extra diensten
‘Zodra er iemand uitvalt, moet je extra werken. We zitten strak in het jasje qua bezetting. We moeten dan ook altijd een paar maanden van tevoren verlof aanvragen. Het is niet zo dat je geen vrije dagen mag nemen, maar we moeten veel schuiven om het passend te maken voor het geval er zieken zullen zijn. Zelf ben ik net zwanger geweest. Het lukte mij niet om extra te werken. Mijn collega’s hebben de afgelopen periode daardoor veel extra gewerkt. Ja, je hebt het recht om nee te zeggen, maar vanuit collegialiteit doe je het toch’, weet Esther. ‘En je wilt er ook voor de kinderen zijn.’ Ondanks het flexibele invallen, is het wel eens voorgekomen dat het kinderdagverblijf moest sluiten. ‘We voldeden niet aan de regels van een vast gezicht en het beroepskracht-kindratio. We moesten alle ouders opbellen dat hun kind niet terecht kon. Daar waren de ouders zeker niet blij mee.’
Langdurige uitval
‘Op dit moment denk ik van een paar collega’s: het zal me niet verbazen als die binnenkort omkiept.’ Eerder vielen er ook collega’s van Smit door de werkdruk uit. Ze waren overspannen. Het was hen teveel geworden. ‘Langdurige uitval is zeker een probleem, want daardoor stoppen andere collega’s ermee. Ze kiezen voor een concurrerende kinderopvang, omdat ze denken dat het daar beter is. Of ze gaan iets totaal anders doen. Ze zijn er gewoon klaar mee vanwege de werkdruk en dat er zoveel bij komt kijken. Dan blijf je alleen achter en heb je veel om op je schouders te nemen.’
Gezocht: groepshulpen
De tijd om met de kinderen op de grond te gaan zitten en een spel te doen, is er tegenwoordig minder, vertelt Smit. Vroeger waren er groepshulpen. Die deden de was, maakten de tafel schoon na het eetmoment, verschoonden de bedjes en bestelden boodschappen, speelgoed en knutselspullen. ‘Allemaal praktische neventaken die iedereen kan. Wij doen dat nu, terwijl we eigenlijk met de kinderen bezig moeten én willen zijn.’ Overtuigd zegt ze vervolgens: ‘Die groepshulpen kunnen we nu goed gebruiken. Maar dat is natuurlijk heel duur en niet nodig volgens de wet. Terwijl het een soort cirkeltje is: Heb je meer personeel? Dan heb je uiteindelijk minder werkdruk. Ook heb je met een groepshulp meer tijd om met de kinderen te gaan zitten. Bovendien heb je dan meer energie en motivatie om wat vaker extra uren te schrijven voor bijvoorbeeld het bijwerken van de administratie. Nu moet alles tijdens de groep gebeuren, omdat iedereen blij is als-ie klaar is. Doordat je vaak moet invallen en hele dagen extra werkt, vind je het na een werkdag gewoon genoeg.’
Vak aantrekkelijk maken
Er zijn ook goede ontwikkelingen in de kinderopvang, volgens Smit. Zo is er de laatste jaren veel geïnvesteerd in de opvang van baby’s. ‘Je moet daar een opleiding voor volgen en het aantal leidsters per baby is omhoog gegaan. Dat is echt verbeterd.’ Ook is ze tevreden over de in februari afgesloten cao (de hele cao vind je op www.cnvconnectief.nl/caos). 'Het is fijn en goed dat we die 12 procent eruit hebben kunnen krijgen. Maar heel eerlijk? Ik denk dat je voor het aantrekkelijker maken van het vak naast een hoger salaris óók goed moet inzetten op de aanpak van de personeelstekorten.’ Over de extra treden van de loonschalen, zegt ze: ‘Ook al doe je het super goed, op een gegeven moment heb je de max van een schaal bereikt en ga je niet meer omhoog. Daar is ook geen discussie over mogelijk. De kinderopvang is geen sector waar je kunt onderhandelen. Iedereen krijgt hetzelfde. Ergens is het eerlijk dat de beloning gelijk is. Maar het is niet gelijk wat iedereen doet en hoe hard iemand werkt. Die extra treden in de nieuwe cao zijn wel een goed begin voor meer perspectief.’
Vanwege privacy is de naam van de geïnterviewde gefingeerd