Vijfduizend schoenparen staan op het uitgestrekte Haagse Malieveld. Bonden en oppositiepartijen komen deze zaterdag samen in actie voor zorg en welzijn. Het lege schoeisel staat symbool voor de medewerkers uit zorg en welzijn die hier normaal gesproken zouden hebben gestaan, maar door de coronamaatregelen nu niet hier hun stem kunnen laten horen. Al zijn er her en der wel plukjes collega’s te zien die zijn gekomen, gewapend met protestborden en kleding met teksten als: ‘Wel klappen niet lappen’.
Anneke Westerlaken, voorzitter van CNV Zorg & Welzijn schoof aan bij Humberto Tan, die het grotendeels virtuele protest vanuit een studio ter plaatse presenteerde. ‘Er is zo’n berg aan uitdagingen in zorg en welzijn. Waar begin je?’, legde hij Westerlaken voor.
‘Je begint met de mensen die in de zorg en welzijn werken serieus te nemen’, antwoordt de bondsvoorzitter. ‘De expertise die er is, moet veel beter worden benut. Er worden continu besluiten genomen over zorgprofessionals, zonder dat zij daar zelf bij betrokken worden. En dat is echt een slechte zaak.’
Westerlaken benadrukt verder dat salarisstijging in de zorg niet noodzakelijkerwijs tot hogere zorgpremies hoeft te lijden. Een bezwaar wat regelmatig wordt geuit, maar dat zij resoluut van tafel veegt. ‘Hoe je een salarisstijging financiert is een keuze van de politiek. Je kunt zeggen: Dat doen we uit de zorgpremie. Maar je kunt ook zeggen: Dat gaan we op een andere manier financieren, door anders te belasten op kapitaal, op winsten uit het bedrijfsleven, op vervuiling. Ik noem maar wat. Je kunt de samenleving inrichten op basis van de keuzes die jij belangrijk vindt.’
Bonden en oppositiepartijen vragen 1,5 miljard voor het rechttrekken van achterstanden in lonen, plus 750 miljoen voor bestrijding van werkdruk en investeringen in betere arbeidsvoorwaarden. Over de besteding van de middelen tegen werkdruk zegt Westerlaken: ‘Wat daarbij heel belangrijk is, is dat er met professionals zelf, in organisaties, moet worden besloten over hoe je dat geld inzet en hoe je werkdruk verlaagt. Dat moet je niet ook wéér centraal gaan bedenken vanuit Den Haag. Dat moet je in de organisaties met mensen zelf bedenken.’
Het laatste woord van de bijeenkomst is voor Sandra Strijaards, verzorgende IG. ‘Ik heb huilende collega’s die het niet meer zien zitten. We willen minder werkdruk, goede bescherming en een beter salaris’, vat ze de eisen van haar en haar collega’s samen. Tot slot richt ze zich tot politiek Den Haag: ‘Wij zorgen voor jullie, zorgen jullie voor ons?’