De minister acht de Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling (OVA) voldoende. Deze bijdrage is bedoeld om een marktconforme arbeidsvoorwaardeontwikkeling mogelijk te maken. In het advies ‘Aan de slag voor de zorg’ van de Sociaal Economische Raad (SER) uit 2021 is echter berekend dat de lonen in de middengroep wel 6 tot 9 procent achterliggen, ten opzichte van vergelijkbare functies in de markt. Die loonkloof wordt extra pijnlijk in deze tijd van inflatie van zo’n 11 procent.
Loonkloof steeds groter
Door het inzetten van de OVA, komt er slechts 3,7 procent beschikbaar. De huidige loonkloof kan hiermee dus allesbehalve worden gedicht. CNV vindt het dan ook onverklaarbaar dat er geen ruimte is voor extra geld. Gaby Perin-Gopie, CNV Zorg & Welzijn-voorzitter: ‘Werken in de zorg betekent steeds vaker leven in armoede. Dat klinkt hard, maar dat is wel waar het nu heen gaat. Lage lonen, hoge inflatie en kleine contracten. De OVA-systematiek is achterhaald en werkt niet om de loonkloof te dichten. Juist daar zal je wat aan moeten doen.’
'Maak zorgsector aantrekkelijker'
De aanbevelingen vanuit het SER-advies om werken in de zorg aantrekkelijker te maken, zijn glashelder. Eén van de belangrijkste punten uit het verslag is het structureel vergroten van de waardering én betrokkenheid door een verbetering van de beloningen in de zorg. Om een toekomstbestendige arbeidsmarkt met voldoende professionals te bereiken, wordt op elk niveau actie ondernomen. Maar dit is niet genoeg als er geen betere beloningen én dus meer waardering komt vanuit de overheid. Dit belang heeft CNV afgelopen maand nogmaals benadrukt door het aanbieden van een petitie.
Perin-Gopie: ‘Cao’s hebben veelal een looptijd van ongeveer een jaar. Dat betekent dat in de resterende kabinetsperiode over alle zorgcao’s minstens één keer opnieuw moet worden onderhandeld, als het kabinet tenminste de volle rit uitzit. Dat betekent evenzovele momenten waarop pijnlijk duidelijk gaat worden dat de zorg in de kou blijft staan. Bij waardering hoort een fatsoenlijke beloning. Maar waar onvoldoende geld op tafel komt, kunnen we dit ook niet aan de cao-tafel oplossen.’
Fatsoenlijke salarissen
In de periode van de COVID19-crisis, was het kabinet nog wel bereid om voor fatsoenlijke salarissen te zorgen. Maar de gehele zorg, die wordt geconfronteerd met heel wat uitdagingen, verdient dit nog steeds. Om een voorbeeld te geven: een student zonder specifieke zorgopleiding verdient als host in een teststraat tot €22,- per uur. 'Een uurloon die niet eens voorkomt in de salarisschalen van gekwalificeerde verzorgenden', aldus Perin-Gopie. Een startend verpleegkundige, die vier jaar lang een opleiding heeft gevolgd, verdient gemiddeld rond de €16,50 per uur. 'Er zijn echt grenzen aan hoe je mensen kunt schofferen.'
Extra middelen essentieel
Extra ruimte in de Rijksbegroting is essentieel om de noodzakelijke inhaalslag voor zorgprofessionals te maken. Perin-Gopie: ‘We hebben de mensen in de zorg heel hard nodig. Het laatste wat je wilt, is dat ze uit economische noodzaak de zorg de rug toekeren. Willen we de zorg toegankelijk en op peil houden, dan valt of staat dat met voldoende, fatsoenlijk beloonde en gemotiveerde zorgprofessionals. Als er geen geld bijkomt kan het kabinet zich opmaken voor acties. Niet op de traditionele manier, want daarmee wordt Den Haag niet geraakt. De politiek zal moeten voelen dat de grens bereikt is. Minister Helder speelt met vuur.’