Aline zit op de bank met een boek in haar hand. Achter Aline hang een plant.

Noodgedwongen thuis met long covid

Sinds het uitbreken van de coronapandemie, zit een aantal zorgverleners nog steeds ziek thuis met long covid. CNV heeft een stichting opgericht om hen te ondersteunen, én te strijden voor onder andere financiële compensatie.

Aline zit op de bank met een boek in haar hand. Achter Aline hang een plant.
Aline Niezen: ‘Voorheen was ik een gezonde vrouw die niks mankeerde.’ | foto: Marisa Beretta

Als Aline Niezen (58) op 19 maart 2020 naar de Bloedbank fietst –ze werkt hier als medewerker bloed- en plasma-afname- komt ze te laat aan. Haar collega schrikt als ze haar ziet. ‘Ze vond dat ik er moe uitzag,’ vertelt Niezen. ‘Dat wás ik ook. Het fietsen kostte me erg veel moeite.’ Ze maakt haar werkdag af, maar wordt algauw beroerder: keelpijn, hoofdpijn, geen eetlust, snotterig, diarree en verschrikkelijke oorpijn. ‘Ik wilde het liefst de hele dag met mijn arm over mijn hoofd lopen, omdat geluid zo hard binnenkwam.’ Ook krijgt ze last van benauwdheid. Als ze de trap oploopt is ze zo buiten adem, dat ze het beangstigende gevoel heeft dat ze bijna stikt.

Medische molen

Niezen realiseert zich dat ze met covid-19 is besmet, ook al zijn testen in die tijd nog niet beschikbaar. Het herstel duurt lang, vijf maanden later begint ze met re-integreren. In de tussentijd komen er klachten bij: ze raakt vermoeid, wordt vergeetachtig en verdraagt prikkels niet goed: ‘Het was zo frustrerend: voorheen was ik een gezonde vrouw die niks mankeerde. Ik fietste altijd ongeveer een uur naar mijn werk, had een actief sociaal leven. Nu was een wandeling naar de brievenbus al een uitputtingsslag.’

Ze is vastberaden om de oude te worden en belandt in de medische molen: longarts, cardioloog, een vermoeidheidscentrum, fysiotherapeut, diëtist. De een vindt niks, de ander ziet wel iets afwijkends. Zo blijkt uit een inspanningstest dat haar hart overslaat, daarvoor slikt Niezen nu een pilletje. ‘Het liefst wil ik overal een streep onder zetten en gewoon weer doen zoals ik altijd deed. Het frustreert dat het allemaal zolang duurt.’

‘Word ik ooit nog de oude? Dat vroeg ik me steeds af.’

Marieke Huijser
Marieke Huijser staat bij een voordeur en houdt de deurklink vast. Marieke kijkt recht in de camera.
Marieke Huijser: ‘Op een gegeven moment was het zo erg, dat ik amper mijn kopje thee kon optillen.’ | foto: Arie Kievit

Vermoeidheid

Deze frustratie is heel herkenbaar voor Marieke Huijser (46), voorheen werkzaam als helpende plus in de wijkverpleging. Zij wordt op een vrije dag in september 2020 wakker met ‘een beetje gekke keel’. Dit is het startsein van allerlei klachten, zoals hoofdpijn, concentratiestoornissen, maar vooral: een intense vermoeidheid: ‘Op een gegeven moment was het zo erg, dat ik amper mijn kopje thee kon optillen. Als ik een paar regels in de krant had gelezen, was ik de draad al kwijt.’ Ze denkt dat ze na een maand weer aan de slag kan, uiteindelijk zit ze ruim een jaar thuis.

Huijser herinnert zich de wanhoop om haar klachten: ‘Ik was in het begin erg emotioneel, omdat ik zo zwak was. Om het minste of geringste kon ik in huilen uitbarsten. Het is ook eng: word ik ooit nog de oude? Dat vroeg ik me steeds af.’ Ze probeert te re-integreren, maar het lukt niet. De vermoeidheid blijft de overhand houden, en in overleg met de bedrijfsarts stopt ze hiermee. ‘Het ging gewoon niet meer. Er zat ook geen stijgende lijn in mijn uren.’ Binnenkort volgt ze een traject van Re-integratie Tweede Spoor. Zij zullen haar ondersteunen bij het zoeken naar een baan buiten de zorg. ‘Natuurlijk doet dat pijn. Ik houd verschrikkelijk veel van mijn baan, die liefde en dankbaarheid van mijn cliënten is onbetaalbaar. Binnenkort ben ik 25 jaar in dienst, daar had ik nog heel wat jaren aan vast willen plakken.’

Covid-fonds

Het salaris van Niezen en Huijser is al teruggeschroefd: zorgverleners die langer dan een jaar ziek thuis zitten, ontvangen 70 procent van hun loon. Duurt het verzuim twee jaar, dan volgt ontslag en belanden ze in de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Om zorgverleners die besmet raakten in 2020 tegemoet te komen, kondigde minister van Langdurige Zorg Conny Helder in februari 2022 een regeling aan, in de vorm van een werkgeverssubsidie: een covid-fonds. Zo worden werkgevers gestimuleerd om hun medewerkers een half jaar langer in dienst te houden, zodat ze langer de tijd hebben om te re-integreren.

Dit is een uitkomst voor bijvoorbeeld Niezen, die druk bezig is met re-integreren bij de bloedbank. Ze is al flink op weg en werkt inmiddels 16 uur per week, haar oorspronkelijke contract telt 28 uur: ‘Ik werk hier ruim dertig jaar met veel plezier, runde de bloedafname zowat in mijn eentje. Hoewel het re-integreren pittig is, ben ik blij dat ik de mogelijkheid heb om het te doen.’

Aanfluiting

CNV-bestuurder Zorg & Welzijn Joost Veldt denkt dat een half jaar verlenging te weinig is, en dat het zorgverleners alleen maar meer druk geeft. ‘Daarnaast lijkt het alsof deze regeling is getroffen voor zorgmedewerkers, maar hij is vooral voor hun werkgevers bedoeld. Zíj bepalen of ze gebruikmaken van het covid-fonds en of het zinvol is om een medewerker een half jaar verlenging te geven. Wanneer ze hier geen heil in zien, kunnen ze nog steeds nonder verlenging de ontslagprocedure inzetten.’

Sowieso vindt hij het covid-fonds van minister Helder ‘een aanfluiting’, omdat het volgens hem zorgverleners in de kou laat staan: ‘Tijdens de coronacrisis applaudisseerde het kabinet voor het zorgpersoneel. Vervolgens moesten zorgverleners verplicht doorwerken, met een tekort aan beschermingsmiddelen. En nu betalen deze mensen hiervoor de prijs door langdurig ziek te zijn, in te leveren op hun salaris en uiteindelijk zelfs gedwongen worden om hun geliefde vak te verlaten. Dat is niet te verteren.’

Helpende plus Huijser voelt deze pijn ook, in haar hart én haar portemonnee: ‘Ik voel me heel erg in de steek gelaten door de overheid. Ik heb een arbeidsplicht die ik moet vervullen: ik zorgde voor mensen die niet zonder zorg konden tijdens de coronacrisis. Dan loop je corona op, waar ik totaal niets aan kan doen, word je ook nog elke maand gekort op je salaris. Totaal niet eerlijk. Ik leef nu naar wat ik te besteden heb. Dat betekent dat ik vaak dingen moet uitstellen naar de maand erop, of het kan gewoon niet meer.’

‘Het liefst wil ik overal een streep onder zetten en weer doen zoals ik altijd deed’

Aline Niezen

Long covid-stichting

CNV-bestuurder Veldt vindt het ook onbegrijpelijk om binnenkort afscheid te nemen van zorgverleners, terwijl de vacatures in de zorg de spuigaten uitlopen. ‘We weten nog heel weinig over het verloop van deze ziekte, zijn nog steeds lerende. Waarom zijn we dan al mensen aan het afschrijven? Hij vindt: geef zorgverleners alle tijd in hun tempo beter te worden en terug te kunnen keren naar de zorg. ‘CNV pleit al heel lang voor de compensatie van het inkomensverlies dat zorgprofessionals door long covid hebben’, vervolgt hij. Daarom heeft de bond de stichting Inkomensverlies Corona opgericht ter ondersteuning van zorgverleners die aan long covid lijden. Veldt: ‘Juist omdat het zo lang duurt voordat de overheid met een passende oplossing komt, en wij het signaal willen geven: wij laten dit niet los.’

Rechtszaak

De stichting behartigt de belangen van de long covid-patiënten en zal bij de minister van VWS blijven aandringen op een regeling die de zorgverlener écht centraal zet, aldus Veldt. Is deze boodschap aan dovemansoren besteed? ‘Wij hebben vorige maand namens CNV een brief laten sturen aan het kabinet om met om met ons tot een compensatieregeling te komen. Dat is niet gebeurd en dus spannen we nu een rechtszaak aan tegen de staat. We begrijpen heel goed dat de overheid de coronapandemie niet heeft veroorzaakt, maar vinden dat het ministerie wél aansprakelijk is voor de schade van zorgverleners die ziek zijn geworden bij de bestrijding van corona.’

Intussen doen zorgverleners Niezen en Huijser hard hun best voor hun herstel. ‘Ik probeer de moed erin te houden,’ vertelt de eerste, ‘en worstel me er doorheen. Wat kun je anders?’ ‘Accepteren dat dit even is wat het is helpt’, vult Huijser aan. ‘Ik doe wat gaat, en hoop op kleine stapjes vooruit.’

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rondom de stichting via www.cnvconnectief.nl