‘We mogen meepraten over het werk en over de zorg voor onze cliënten. Als er een nieuw protocol voor onze doelgroep wordt geschreven, dan mogen wij daar een mening over geven voordat het wordt uitgerold. We bepalen welke klinische lessen worden gegeven op de afdeling en geven aan waar wij behoefte aan hebben.’ Dat zegt Gudrun Beerda, eerste verantwoordelijke verzorgende bij ZuidOostZorg. Collega Ina Venema, verzorgende individuele gezondheidszorg, vult aan: ‘We roosteren zelf mee en tijdens werkoverleggen kunnen we onderwerpen agenderen.’ De Friese zorginstelling heeft veertien locaties met zo’n 900 cliënten en bewoners. Beide verzorgenden werken op een afdeling met cliënten die een psychiatrische aandoening en ouderdomsproblematiek hebben en zitten allebei in de VVAR: de Verpleegkundige en Verzorgende Adviesraad.
Invloed uitoefenen
De afgelopen vijftien jaar is ZuidOostZorg veranderd naar een zorgorganisatie met een platte organisatiestructuur. Daarbij zijn zo min mogelijk tussenliggende managementlagen, zodat werknemers productiever en meer betrokken zijn. ‘We streven naar gelijkwaardigheid. Professionele zeggenschap is een middel om gezamenlijk tot overeenstemming en een goed resultaat te komen’, zegt Venema. Velen vinden dat ijn. Beerda: ‘Ik kan niet voor heel ZuidOostZorg spreken, maar mijn meest directe collega’s ervaren de zeggenschap en zijn daar blij mee, omdat we invloed hebben. Afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld de begroting besproken met onze manager. We hebben de inkomsten en uitgaven tegen het licht gehouden en aangegeven hoe wij daar tegenover staan. Dan word je bewuster en bespaar je automatisch geld. Het is fijn om daarover te mogen meedenken.’