Eerder waren de jeugdhulpmedewerkers van Parlan geclusterd naar discipline en expertise, en werkten zij samen in casussen en gezinnen. Nu zijn alle disciplines, zoals scheidingsbemiddeling en ambulante gezinsbegeleiding, verdeeld over Regionale Integrale Teams (RIT). Waarom? Zodat ze elkaar sneller kunnen vinden, beter kunnen samenwerken en cliënten door de kortere lijnen makkelijker en sneller kunnen bieden wat ze allemaal in huis hebben. Parlan had al stappen gezet voor deze vernieuwing, maar er bleek behoefte aan ondersteuning bij “waar te beginnen en hoe ze daadwerkelijk effectiever kunnen samenwerken”. Een mooi uitgangspunt voor het innovatietraject van de CNV Innovatie Boost.
Duidelijke kaders
Tijdens de eerste fase van het traject – de probleemverkenning – kwam het team van Parlan soepel en snel tot hun vraagstelling: “Hoe kunnen wij als flitsende RIT meer integraal samenwerken en elke cliënt, elk gezin, laten shinen?” De Innovatie Boost bleek de juiste hulp te zijn voor het innovatiebegerende team binnen Parlan. Zo vertelt George, die 34 jaar in de jeugdzorg werkt, waarvan 20 jaar als systeemtherapeut bij Parlan: ‘Iedere stap in het totale proces had een duidelijk kader. Ondanks dat je zoekende bent met vernieuwen, was het verloop naar het doel van elke fase heel plezierig. Je werd steeds weer even wakker geschud. Je ging anders denken, bij iedere stap weer, en ging steeds bij jezelf na hoe het nou anders, beter en vernieuwender kan.’
Aanstekelijk enthousiasme
Pauline zit zo’n 9 jaar in de jeugdhulpverlening, waarvan ongeveer 6,5 jaar als ambulant gezinsbehandelaar bij Parlan. Ze vertelt over de meerwaarde van deze tot nu toe gratis dienst van CNV: ‘Het was heel leuk om te ervaren, en om aan de bijeenkomsten mee te doen. Het hele traject was zo afwisselend. Het voelde helemaal niet als werk. De enthousiaste innovatiebegeleiders speelden een grote rol in elke doelgerichte stap van het proces. Dankzij hen en hun creatieve werkvormen ontstonden er onwijs veel ideeën in ons innovatieteam. We wisten niet precies wat elke stap zou zijn, maar werden op heel inspirerende wijze meegenomen in het proces. Dat vond ik heel verrassend. En we konden dit ook meenemen richting het hele RIT-team van 30 man. Ook in dit grotere team werd iedereen aangestoken met hetzelfde enthousiasme.’
Team staat meer open voor vernieuwing en verandering
De CNV Innovatie Boost heeft Parlan veel opgeleverd. Pauline: ‘Het heeft ons team echt in beweging gebracht en in de manier van denken veranderd. We zijn een drempel over geholpen bij onze eerste startvraag. Die “Hoe kunnen wij-vraag” kunnen we nu ook op eigen kracht gaan inzetten en beantwoorden. Ik hoor het ook terug van teamgenoten. Ze staan meer open voor vernieuwingen en veranderingen. Hoe dat komt? Je doet zo’n innovatietraject helemaal samen. Iedereen mag zijn inbreng geven en meedenken. Mensen zijn daardoor erg betrokken en dat maakt dat je samen daadwerkelijk stappen kunt gaan zetten, in actie komt en iets uitprobeert. Want ga er maar eens aan staan; binnen een organisatie van 850 man iets doen of veranderen. We zijn een grote organisatie met flinke organisatiestructuur. Er was veel aarzeling bij het inzetten van vernieuwing. Er werd gedacht: “Kunnen we dat wel doen? Hebben we mandaat? Maaien we niet het gras voor iemands voeten weg en hebben we geen complexe goedkeuring nodig van een of andere laag?” Dat werkte voorheen heel verlammend.’ George beaamt de kracht van het innovatietraject van CNV: ‘We leerden hoe je van bedenken naar concreet uitvoeren gaat. Met nuttige handvatten konden we de vertaalslag maken van “vaag idee” naar “werkbaar, praktisch experiment”.’
Experimenteren in de praktijk
Pauline: ‘Over experiment gesproken, daarmee zijn we nu bezig. We gaan een aantal aanmeldingen binnen onze organisatie volgens een nieuw bedacht stappenplan behandelen. We voeren de intake van een nieuw gezin helemaal in ons eigen team uit en koppelen onze teamcollega’s met de juiste expertise aan dat gezin. Dat hele proces, van aanmelding tot en met behandeling, binnen ons team uitvoeren, is nieuw binnen de RIT. We hebben hiervoor nog een andere afdeling nodig. Daarom is nu de eerste stap om die afdeling ook enthousiast te maken. Als dit lukt, kunnen we een paar keer zo’n oefensessie doormaken en vandaaruit evalueren. Het gaat ons geheid informatie opleveren. Misschien werkt het voor geen meter, misschien werken bepaalde aspecten heel goed. Dan kun je die aspecten benutten, terwijl je andere laat liggen. Wat ik mooi vind aan deze werkwijze van de Innovatie Boost is dat je met het experiment met een klein aantal medewerkers iets kleins kunt opzetten. Je gaat lekker aan de slag en haalt vandaaruit feedback op. In plaats van je te laten ontmoedigen door beren op de weg. Er ís beweging; je gaat iets doen.’
Gewoon gaan doen
George vult zijn collega aan: ‘Ja, je kunt wel balen van wat niet goed is gegaan, maar beter borduur je verder op de dingen die wel goed zijn gegaan; je succesfactoren. Waardoor je weer een stapje verder komt.’ Pauline deelt nog een toepasselijke West-Friese spreuk: “Al zien je alle buie hangen, den kom je nooit an werke toe,” en vertelt: ‘Dit is natuurlijk gericht op het boerenleven. Als je op alle buien wacht, kun je nooit wat doen op het land. Maar dit geldt ook bij verandering in teams. Als je alle buien ziet hangen, kom je in een soort apathische verlamming terecht.’ Daarom is “gewoon gaan doen” het devies bij de CNV Innovatie Boost. Je reflecteert met het hele team op je experiment, haalt daar de successen uit om daarop voort te borduren. Pauline: ‘Daarmee blijf je in beweging, blijf je doen, en kun je daadwerkelijk iets veranderen.’