Ambulanceverpleegkundige Corina:
‘Als er 112 gebeld wordt, is er altijd in mindere of meerdere mate paniek. Het is zo mooi om op dát moment uit je auto te stappen, je spullen te pakken en rust te brengen. Je bent die strohalm waarnaar gegrepen wordt. Ondanks dat je zelf stress hebt, kun je zeggen: “We zijn er nu. We gaan je nakijken. Je bent in goede handen.” Dat dan die rust wederkeert; dat vind ik het allermooiste van mijn werk. En daar ben ik ook trots op. Het is iets wat je aan moet leren: dat je snel de situatie overziet, ernaar handelt en de rust brengt. Wat ik ook bijzonder vind zijn de mooie gesprekken onderweg in de ambulance. Mensen gaan praten over dingen waar ze in hun hele leven nog nooit over gepraat hebben. Oude mensen, die bijvoorbeeld verhalen vertellen over het verleden en hhn ouders. Dat is heel persoonlijk. Het is niet de actie waar ik trots op ben, maar het mens zijn, de rust brengen en het luisterend oor zijn.’