De loonafspraak werd door sommigen bekritiseerd. Het schiet te kort om de inflatie te compenseren. Het komt te laat. Het is te weinig in vergelijking met andere cao’s (waarbij vaak de ziekenhuizen werden genoemd). Zinnige kritiek die om een uitleg vraagt.
In een cao-onderhandeling hangen alle onderwerpen met elkaar samen. Financiën zijn een belangrijke factor. Daarnaast zijn er factoren als de samenstelling van het personeelsbestand (leeftijd, niveau van de functies), wijze van financiering (overheid, verzekeraars) en imago van de sector. Hiermee verschilt de cao-onderhandeling in de ene sector met die in de andere.
Eerste verhoging
Hoewel het ook wel zo is dat zowel vakbonden als werkgevers naar elkaar kijken in de cao-onderhandelingen voor de verschillende sectoren, staat het resultaat voor elke sector op zich. Uiteindelijk is doorslaggevend voor het resultaat wat haalbaar is. Zo bleek bijvoorbeeld een ingangsdatum vóór de zomer voor de eerstvolgende loonsverhoging, niet haalbaar. De werkgevers hadden december voor ogen. Dat vonden wij veel te laat. Met het opsplitsen van de loonsverhoging bleek uiteindelijk een eerste verhoging in september wel haalbaar.
Verder vonden wij dat bij deze loononderhandeling de laagste schalen hier zichtbaar van moesten profiteren. In de vorige cao was de verbetering vooral gericht op de middengroep. Het inbouwen van bodembedragen in de loonafspraak is daar nu op gericht.
Inzet volgende cao
Een aantal onderwerpen uit de reacties zijn inzet voor de volgende cao. De regeling voor dienstreizen is voor verbetering vatbaar, zoals in situaties waarin hybride of ambulant gewerkt wordt. De compensatie voor slaap- en waakdiensten wordt onvoldoende geacht, gelet op de belasting die deze diensten betekenen voor medewerkers. Verder vragen de werkomstandigheden voor oudere werknemers blijvend aandacht. In de vorige cao hebben we weliswaar een generatieregeling (“ Afbouw Carrière” ) afgesproken, maar werkgevers blijven gekant tegen een recht voor medewerkers om eerder te stoppen met werken.