Hoe draag jij in coronatijd bij aan het draaiende houden van de maatschappij?
‘Door mij éxtra in te zetten, meer uren te draaien, mezelf flexibel op te stellen, bij te springen bij ziektegevallen op andere locaties. Als een bewoner corona heeft, schrikt me dat niet af, nee, ik besteed juist éxtra aandacht aan hen. Veel ouderen raken in een shock als ze horen dat ze het hebben. Ze zitten veelal binnen, zien al die nare berichten op tv, en dan hebben ze het zelf! Sommigen zien verder leven zelfs niet meer zitten. En in de eerste golf waren ze echt eenzaam en moesten we ook veel schakelen met familie.’
Wat maakt jouw werk mooi en belangrijk?
‘Dat je het zonnetje in huis voor ze kunt zijn, iets positiefs kunt brengen. Als ik loop te fluiten of een gek dansje doe en ik zie ze daarop positief reageren, dan word ik daar echt blij van. Het idee dat deze mensen de oorlog hebben meegemaakt, van alles overleefd hebben en nu dit moeten meemaken… Ik zie wat het met ze doet, ze begrijpen het niet. Dat raakt me. Ik weet vanuit eigen ervaring hoe goed het is als de mensen die je verzorgen iets positiefs en vrolijks uitstralen. Dat is mijn drijfveer om dit werk te doen.’
Waarom verdient de publieke sector meer?
‘Omdat we allemaal keihard werken en personeel te kort komen in de zorg! En juist corona schrikt volgens mij mensen af om in de zorg te gaan werken. Als de politiek het werk wat leuker kan maken, met bijvoorbeeld meer salaris, kan dat helpen om voldoende mensen te trekken. Leuker kan ook door de verzorgingshuizen mee te laten gaan met hun tijd. Waarom gaan de restaurants dicht als het avondeten op is? Waarom niet een barretje dat open blijft en waar ouderen hun jenevertje kunnen drinken met elkaar?’